
Tata-directievoorzitter Tata Steel Nederland krijgt Havenpenning 2025
Aanmoedigingsprijs
De Amsterdamse Havenpenning 2025 prijkt op het rever van Hans van den Berg. De directievoorzitter van het Tata Steel in transitie zegt de onderscheiding vooral te beschouwen als een aanmoedigingsprijs. “Er moet nog ontzettend veel werk worden verzet. Dan doen we samen met de haven en de regio.”
Hij is verheugd, verrast en eerlijk gezegd ook een beetje verbaasd. Hans van den Berg van Tata Steel heeft de Havenpenning in de loop der jaren al heel wat keren uitgereikt zien worden, doorgaans aan mensen met een lange staat van dienst die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan de Amsterdamse haven. “Voor een oeuvreprijs is het in ons geval eigenlijk nog te vroeg. Er moet nog vreselijk veel werk worden verricht. Ik beschouw de penning daarom vooral als een aanmoedigingsprijs.”
Spannende tijden
En een welkome steun in de rug van de staalfabriek in IJmuiden dat spannende tijden beleeft. Bij de uitreiking van de Havenpenning op het jaarlijkse Havengildediner noemde wethouder Hester van Buren het een voordeel dat Van den Berg in zijn vrije tijd een verwoed zeiler is. “Dat is maar goed ook, want hij heeft de afgelopen jaren als ondernemer vol in de wind gestaan en de nodige klippen moeten omzeilen. Uiteraard met een goede bemanning aan zijn zijde.”
Veiligstellen
De wethouder doelde op de stappen die zijn gezet om de toekomst van Tata Steel Nederland veilig te stellen. In september ondertekende directievoorzitter Van den Berg een intentieverklaring met het demissionaire kabinet en het provinciebestuur over de verduurzaming van het bedrijf. Tata heeft een jaar om de overeenkomst verder uit te werken en de voorstellen op tafel te leggen voor een definitief akkoord. Daarmee is een bedrag gemoeid van tussen de 4 en de 6,5 miljard euro.

Waterstof
Van dat bedrag kunnen de investeringen worden betaald die nodig zijn om van Tata een schoon en duurzaam bedrijf te maken. Een van de twee fabrieken die nu nog op kolen draaien, wordt vervangen door een installatie die eerst op aardgas wordt gestookt en in een later stadium op waterstof. Daarmee kan de uitstoot van Tata met veertig procent worden teruggebracht. Van den Berg: “De ambities zijn beyond belief. Daar ben ik ongelooflijk enthousiast over.”
Majeure operatie
De uitwerking van de overeenkomst is een majeure operatie, legt Van den Berg uit. “De intentieverklaring moet nu maatwerk worden. Dat betekent vooral heel veel gesprekken voeren, zowel binnen het bedrijf als daarbuiten. Er moet ontzettend veel worden nagedacht, onderzocht en uitgerekend. Het is een ruwe schatting, maar alles bij elkaar zijn misschien wel 200 mensen betrokken bij onze business case. Ook het komende jaar zijn we daar nog heel druk mee.”

Steun
Van den Berg grijpt de uitreiking van de Havenpenning aan om de partners in de regio te bedanken voor hun steun. “Er zijn heel veel brieven naar Den Haag gestuurd. Van onze naaste buren IJmuiden, Beverwijk en Velsen, maar ook vanuit Amsterdam en de Amsterdamse haven. Het onderstreept dat de transformatie van Tata voor het hele Noordzeekanaalgebied van groot belang is. Ook daar gaat worden geprofiteerd van de investeringen in infrastructuur en technologie.”
Raakvlakken onderling
De verduurzaming van Tata gaat hand in hand met de transformatie waarmee de haven bezig is. “Er zijn veel raakvlakken. We maken deel uit van hetzelfde ecosysteem. We zijn allebei bezig met de overgang van kolen naar waterstof. Wij kunnen een grote afnemer worden van waterstof uit de haven. Op ons terrein staat een transformator waar windenergie op zee wordt aangeland. Daar kunnen bedrijven in de haven weer van profiteren.”
Voor het succes van de hele operatie heeft Tata de landelijke politiek hard nodig. In de eerste plaats moet die zorgen voor een kabinet dat stabiel is en rekening houdt met de belangen van de industrie. “Het ondertekenen van de intentieverklaring is een heel positieve stap,” zegt Van den Berg. “Maar het nieuwe kabinet zal nog een aantal radicale maatregelen moeten nemen. Dat kunnen geen compromissen zijn. Ze zijn stuk voor stuk noodzakelijk voor onze economie.”
Als eerste noemt de directievoorzitter het stikstofslot. Dat zal er zo snel mogelijk van af moeten om bedrijven de ruimte te geven te investeren en te groeien. “Een ander punt zijn de kosten van energie. Wij betalen hier twee keer zoveel voor elektriciteit als een ondernemer in Duitsland. In Frankrijk is het drie keer goedkoper. Dat zet Nederlandse bedrijven zwaar op achterstand. Als we niet willen dat bedrijven vertrekken naar het buitenland, moet daar snel iets aan worden gedaan.