ENGIE maakt concrete stappen naar groener productieproces via integrale benadering
‘Duurzame toekomst industrie begint vandaag’
De verduurzamingskansen in de Nederlandse industrie liggen voor het oprapen. De meeste zijn zelfs vandaag al te grijpen, zeker voor de levensmiddelensector. Samen met de sector wil energie- en technologiebedrijf ENGIE een centrale rol spelen in de beoogde energietransitie. Al in 2025 de eerste klimaatpositieve fabriek van Nederland? Het kan!
Er is veel gaande in de Nederlandse F&B-sector, waarvan diverse grote spelers actief zijn in het Amsterdamse havengebied: meer gemaksvoedsel én meer gezond voedsel, een traceerbare keten omwille van de voedselveiligheid, de opkomst van de slimme fabriek. Tegelijk moeten en willen de koplopers in de branche verduurzamen, ook omdat klanten daar steeds meer om vragen.
Erik Geensen (ENGIE): 'Effect van verduurzaming van de F&B-sector reikt verder dan Nederland...'
Hoog verbruik
“De F&B-sector is daar bij uitstek de branche voor, want het energie- en watergebruik is hoog”, zegt Erik Geensen, marktmanager F&B bij ENGIE. Met haar duurzaamheidsvisie is het bedrijf volop aan de slag in de sector. Voor alle utiliteiten – van energie, warmte en koeling tot klimaatbeheersing en afvalwater – maar ook direct in het primaire proces. “Toch kan de duurzame toekomst van de F&B-sector vandaag beginnen. Het productieproces maakt doorgaans van lage temperaturen gebruik, en daarvoor zijn duurzame bronnen nu al geschikt. Intussen werken we hard aan de verdere verduurzaming van hoge-temperatuur-processen.”
Kassen van het Gronings gas af
Het effect van verduurzaming van de sector reikt verder dan Nederland, want ons land is de op één na grootste voedsel- en drankenexporteur ter wereld. Er staan 350 fabrieken in Nederland, die dankzij onze boeren en tuinders altijd van aanvoer worden voorzien. Toch kan die positie worden aangetast als de productiviteit niet duurzaam wordt verhoogd. Hoe gaan de kassen ‘van het Gronings gas af’? Hoe creëren bedrijven een duurzamer en slimmer productieproces rondom de drie vitale elementen temperatuur, druk en stoom?
“Voor de energievoorziening zijn er tal van mogelijkheden”, zegt Geensen. “Restwarmte terugwinnen, restproducten omzetten in biomassa of biogas, elektrificatie, wind- en zonneparken op eigen terrein, batterijopslag die bij pieken de druk van de netaansluiting afhaalt. Het kan allemaal. Ook bieden geothermie en groene waterstof goede mogelijkheden.”
'Ook in het transport van grondstoffen en gereed product zet ENGIE stappen'
Open warmtesysteem
In het primaire proces draaien de oplossingen om het verduurzamen van warmte, stoom en druk. Een innovatieve oplossing is om een open warmte systeem te creëren door naast bodemenergie ook met zogenaamde PVT-panelen, zonnepanelen gecombineerd met thermische warmteopwekking, of concentrated solar power te werken, dankzij spiegels die een enorme hitte kunnen creëren. Geensen: “Stoomketels zijn nu vaak over-gedimensioneerd. Hun capaciteit kan worden aangevuld door bodemwarmte of zelfs overbodig worden gemaakt dankzij heet water onder druk. Via geothermie in combinatie met een industriële warmtepomp is stoom van circa 120 graden Celsius en 3 à 4 bar mogelijk, een druk waarop veel F&B-productieprocessen werken. Ook in het transport van grondstoffen en gereed product zet ENGIE stappen, bijvoorbeeld met laadstations voor elektrische vrachtwagens en binnenvaartschepen. Zelfs treinen op waterstof.”
Eerste klimaatpositieve fabrieken
“Veel van deze oplossingen zijn nu al beschikbaar”, aldus Geensen. “Daarom is het onze ambitie om vóór 2025 samen met onze klanten de eerste klimaatpositieve fabrieken van Nederland te realiseren.” Hij roept productiebedrijven op om mee te doen met het energie- en technologiebedrijf. “Je kunt duurzame koploper worden door de integrale inzet van onze expertise. Wij zijn een kennispartner die snel ter zake komt met concrete oplossingen, die we zelf kunnen uitvoeren en indien gewenst exploiteren. Zo kun je je investeringen richten op het primaire proces. We gaan graag in gesprek met bedrijven die geïnteresseerd zijn in duurzame doelstellingen.”