Dieke Vleer (18) aan de slag bij de sleepdienst van Svitzer

Enige vrouw in een mannenwereld

Hoe vrouwen te verleiden tot het volgen van een technische opleiding, gevolgd door een baan in de haven? Dat die vraag urgent is, daar begrijpt Dieke Vleer niks van. Zij kan niet wachten om in deze dynamische omgeving werkzaam te zijn. Meer precies, in de functie van kapitein en met een sleepboot onder haar kont.

Daar ligt ze te pronken in de Vissershaven van IJmuiden, sleepboot de Lynx van Svitzer. Gedrongen en sterk als een bodybuilder. Ruim 25 bij tien meter kracht en wendbaarheid. Aan boord een goedgemutste Dieke Vleer (18), tweedejaars op de Maritieme Academie IJmuiden. Ze heeft zojuist een drie maanden durende stageperiode op het vaartuig afgesloten. ‘Nu weer vijf dagen per week naar school. Maar na mijn stageperiode heb ik hier een nul-urencontract getekend. Dus als ik paar uurtjes vrij heb, kan ik langskomen om kilometers te maken.’

'Geen tel spijt van mijn studiekeuze'

Zeilen

Dieke, klein van stuk, lijkt gemaakt voor de soms claustrofobische ruimtes. Tijdens de rondleiding beweegt ze zich als een vis in het water. Door de gangpaden, onder de lage plafonds van de superschone machinekamer door en naar de majestueuze stuurhut. Hop, trappetje af, trappetje op. Intussen praat ze begeesterd over haar dromen en ambities, en dan in het bijzonder over haar liefde voor sleepboten. Eigenaardig, want geboren in Alkmaar en opgegroeid in Grootschermer, een lintdorpje met nog geen duizend inwoners en waar een tuinvijver al veel water is. Maar doorvragen leert dat ze van huis uit veel heeft gezeild op de Friese Meren (‘Zo leuk om te doen!’).

xxx

Vader

De kiem evenwel werd gelegd toen haar vader haar meenam naar het Haven Operatie Centrum van IJmuiden, waar hij werkzaam is als operator. In die hoedanigheid staat hij vaak in contact met sleepboten die actief zijn in de IJmond. Dieke ving die gesprekken op en van het een kwam het ander. Vervolgens mocht ze een keertje meevaren op een sleepboot. Dat beviel goed, waarna nog een gesprek met haar vader en de inschrijving op de Maritieme Academie Holland in IJmuiden volgde. Geen tel spijt van haar keuze. En daar zit ze, nu in de messroom met een veel te groot bord nasi voor haar neus. ‘Ja, ze zorgen hier goed voor me.’ Met ‘ze’ doelt Dieke op haar mannelijke collega’s.

Kippenhok

Natuurlijk begrijpt ze dat ze een mannenwereld binnenstapt. Want snel geteld, lijkt het erop dat ze niet alleen de enige vrouw hier aan boord is maar de enige op alle twaalf sleepboten actief in het Noordzeekanaalgebied. Zelf vindt ze dat niet gek. Of beter, het is voor haar geen issue. Nuchter: ‘Mijn fysiek is anders, ja. Daar houd ik gewoon rekening mee. Verder is het een kwestie van afspraken maken. En nee, ik zie me niet als een voorloper of pionier. Trouwens, met vrouwen is het al snel een kippenhok.’

Simulator

Wat Dieke op een sleepboot prettig vindt, is de compacte bemanning met wie je het moet doen. ‘Ik houd van kleine groepjes, waarbij alle handen die je hebt ook daadwerkelijk nodig zijn. Ik heb weleens oefeningen gedaan in de simulator en dan sta je met tien man op de brug. Dat vind ik vervelend omdat er eigenlijk te weinig taken zijn voor alle personen.’

Dekkennis ontwikkelen

Gevraagd naar haar stageperiode legt ze uit dat die bestond uit ervaring opdoen, meekijken, vragen stellen en meehelpen. Of zoals zij het noemt ‘dekkennis ontwikkelen’. Hoewel ze nog onder aan de ladder staat, heeft ze tijdens een operatie ook een keer aan het roer gestaan. ‘Als achterboot. Je helpt dan bij het manoeuvreren en haalt eventueel de gang eruit. Toen stond ik wel even met een zweethandje over de joystick te wrijven.’ Het is vooral dat manoeuvreren dat ze tof vindt. ‘Op een sleepboot ben je altijd bezig. Een binnenvaartschip bijvoorbeeld gaat van de kant af en daarna is het rechttoe en rechtaan. Die grotere jongens op zee ook. En zodra het moeilijk of spannend wordt, wat wordt er dan bijgehaald? Een sleepboot. Ja, dan zit ik toch liever op dat sleepbootje.’

Paniekvogel

Ze geeft toe dat ze zich nog onvoldoende realiseert dat haar werk wel gepaard gaat met gevaar. ‘Daarom moet je hier onder alle omstandigheden de kalmte bewaren. Als ik straks kapitein ben, dan kan ik geen paniekvogel zijn. Dat is dodelijk.’ Dan formuleert ze het mooi. ‘Op school, en eigenlijk in het leven, leer je om het gevaar te ontwijken. Maar als je op een sleepboot werkt, dan zoek je het gevaar juist op.’ Dieke stelt haar gesprekspartner gerust dat er aan boord veiligheids-wise niets aan het toeval wordt overgelaten en dat drills eerder regel dan uitzonderingen zijn. ‘If it's not safe, don't do it’, zegt ze.

Haven profileren

Terug naar de aanleiding van dit bezoek, want wat te doen aan de afname van (vrouwelijke) studenten bij maritieme, logistieke en technische opleidingen? Volgens Dieke moeten havenbedrijven zich meer profileren. ‘Het is te onbekend bij de jeugd’, licht ze toe. ‘Hiervoor zat ik op het PCC Fabritius in Alkmaar, maar daar heb ik nooit iets gehoord over havenbanen of opleidingen binnen de havens. Soms was er een bedrijvendag. Dan komen er wel rederijen langs, maar geen havenbedrijven.’ Dieke’s tip aan al die havenbedrijven die zitten te springen om jong talent, is dan ook. ‘Wees duidelijk. Wat houdt de ‘haven’ precies in en waarom zou iemand daar willen werken? Wat is er zo leuk aan? Laat dat maar zien, dan volgt de rest vanzelf.’ Dieke helpt alvast mee. ‘Ik heb toevallig mijn oude mentor een berichtje gestuurd met de vraag of ik een presentatie mag geven over mijn opleiding. Ik hoop dat daar wat uit komt.’