Afscheidsinterview met Amports-voorzitter Annemarie Manger

‘Op het spoor naar verjonging’

Ze wilde haar tweede termijn van drie jaar graag volmaken, maar vanwege een nieuwe carrièrestap liep het anders. Na vijf jaar neemt Annemarie Manger afscheid van Amports. Ze heeft genoten van alle verwachte en onverwachte ontmoetingen in haar voorzittersfunctie, vertelt ze. Helemaal loslaten zal ze de Amsterdamse havenindustrie in haar nieuwe rol voor Aramis overigens niet. ‘Ik verwacht de komende jaren nog wel telefoontjes vanuit Amsterdam.’

Manger praat met enthousiasme over bedrijvigheid en vergroening. Maar het combineren daarvan noemt ze haar thematische ‘sweet spot’. In haar toespraken als voorzitter, tijdens haar vele ontmoetingen met Amsterdamse havenbedrijven en in haar columns voor het e-zine van Amports zocht ze steeds naar verbinding van die thema’s. Ook in haar vorige functie van Director Sustainability & Decarbonisation bij Tata Steel deed ze dat.

Veel uitleggen

Aangemoedigd door de maatschappelijke onrust over de gezondheidsrisico’s door uitstoot van CO2 en andere stoffen, werkt Tata Steel keihard aan de transitie naar staalproductie op waterstof. ‘Ik moest veel uitleggen vanwege de maatschappelijke onrust over gezondheidsrisico’s. Nu ben ik opgeleid tot technisch ingenieur, toch leerde ik de afgelopen jaren dat in de dialoog met de omgeving het ingenieursantwoord niet altijd het antwoord is dat je kunt, wilt en moet geven.’

'Wat meestal wel werkt is een constructieve en doorgaande dialoog met de omgeving'

Schijn tegen

Ofwel; met technisch-inhoudelijke uitspraken dat de emissie beperkt zal zijn of zal meevallen, kom je er in een emotioneel communicatieklimaat niet. Wat wél werkt is een doorgaande en constructieve dialoog met de omgeving. ‘Als je daarin kunt delen dat een bedrijf dat van buiten de schijn tegen heeft, intern geweldige vergroeningsstappen zet naar een compleet andere manier van staal maken, dan is daarmee iets gewonnen.

Gedwongen

Alhoewel de combinatie korte termijn problemen en de lange termijn oplossingen blijft wringen.’ Het was de IJmuidense staalproducent die het Manger mogelijk maakte Amports-voorzitter te worden, het is haar vertrek bij datzelfde bedrijf dat haar dwingt af te treden. ‘Omdat ik niet langer bij Tata Steel werk en bij Aramis vooral in de Rotterdamse en niet meer in de Amsterdamse haven zit, leek dit me sowieso een passend moment om mijn voorzitterschap over te dragen.’ Op het moment van gesprek is overigens nog niet bekend wie Manger zal opvolgen.

Enig kind verbindt

Ze kijkt met plezier en tevredenheid terug op vijf mooie jaren. Die begonnen uitdagend bij haar start 2018, toen Amports en AYOP (Amsterdam IJmuiden Offshore Ports) uit elkaar werden gehaald. ‘AYOP was zeer actief binnen Amports en verdiende een platform. De onderlinge verhoudingen waren ook enigszins competitief geworden. Ik denk dat mijn vermogen om te verbinden zeker meespeelde om mij destijds als voorzitter te vragen. Misschien heeft die kwaliteit ermee te maken dat ik enig kind ben. Ik vind het altijd leuk om in grote families te zitten met veel mensen.’ Manger zorgde er dan ook voor dat de twee verenigingsbesturen snel om tafel gingen, en niet alleen om te praten maar ook om goed te eten. ‘Gezamenlijk kwamen we al snel tot de conclusie dat je met een gemeenschappelijke koers veel meer bereikt dan wanneer ieder zijn individuele koers vaart.’

'Ondanks een verlammende virusepidemi bleef de haven overeind. Ook de netwerkfunctie van Amports'

Nieuw leven

Haar voorzittersperiode werd gemarkeerd door een verlammende virusepidemie. Maatschappijbreed zeer impactvol, terwijl de coronapandemie tegelijkertijd het belang en de vitaliteit van de maakindustrie onderstreepte. ‘Er stokte van alles, op een schaal waarop we dat nooit hebben meegemaakt. Maar in de haven bleven op-, overslag en transport 24 uur per dag doorgaan.’ Ook de netwerkfunctie van Amports bleef gaande, maar uiteraard wel online. Intussen zaten Manger en haar bestuur allesbehalve stil, en werd gewerkt aan de uitbouw van het Havengildediner. ‘Je zou kunnen zeggen dat we het Havengildediner nieuw leven inbliezen door jonge havenprofessionals daarbij te betrekken. Er komen nu zo’n 500 mensen bijeen om te netwerken en de successen en uitdagingen van de havens in Amsterdam en IJmuiden te vieren. We zitten daarmee op een goed spoor naar verjonging van het Amports-ledenbestand.’

Havenpenning Kees Noorman

Een persoonlijk hoogtepunt noemt Manger het vorig jaar uitreiken van de Havenpenning aan ORAM-directeur Kees Noorman. ‘Hij is, samen met mijn andere bestuursleden, een inspiratie geweest. Ik kende Kees al langer, omdat ik een paar jaar in het ORAM-bestuur zat. Hij is een ontzettend energieke en bevlogen netwerker met een passie voor ondernemerschap en haven. Kees zegt wat hij op zijn lever heeft, maar weet dat op zo’n prettige, open manier te doen dat zijn boodschap altijd goed overkomt.’

Zeehavendagen Amsterdam

Haar andere trots betreft de oprichting van de jaarlijkse Zeehavendagen in Amsterdam. ‘We keken altijd met enige jaloezie naar de Wereldhavendagen in Rotterdam, omdat die stad een natuurlijke trots heeft op haar haven. In Amsterdam wordt dat nog niet altijd zo gevoeld. We wilden daarom meer bewustzijn en trots kweken op wat onze haven betekent voor werkgelegenheid, opleidingen en mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing. De Zeehavendagen dragen daar belangrijk aan bij.’ Manger hoopt dat ze uitgroeien tot een event van nationale allure. De opmaat daartoe is er, want de tweede editie was al grootschaliger van opzet dan de eerste.

Het brede publiek bereiken

Manger verwacht uiteraard dat haar opvolger bij Amports zijn of haar eigen stiel en visie ontwikkelt, maar gevraagd om een advies hoeft ze niet na te denken. ‘Bouw de Zeehavendagen uit, zodat je het bredere publiek aanspreekt en interesseert voor havengerelateerd werk. Daarmee ontwikkel je naast de business to businesskant ook de business to consumerkant, wat gaat helpen om verdere verjonging te brengen in de haven. Met oprichting van het netwerk Haven Young Professionals is daar al een basis voor gelegd.’

'Kolen de haven uit konden we niet geloven maar nu zie je het toch gebeuren'

Open deur

Dat constatering dat de toekomst in het teken van duurzaamheid staat is inmiddels, gelukkig, een open deur. Ook de Amsterdamse haven sorteert daar goed op voor, vindt Manger. ‘Ik herinner me als de dag van gisteren dat Koen Overtoom kwam vertellen dat kolen uit de Amsterdamse haven zouden verdwijnen. Daarmee was hij destijds een van de voorlopers en we konden zijn woorden toen nog nauwelijks geloven. Maar nu zie je het gebeuren, de herinrichting van terreinen en een verandering van de hele ruimtelijke indeling van de haven. Zo is bijvoorbeeld OBA, het grootste overslagbedrijf in de regio, zijn business aan het herinrichten om andere overslagvormen te ontwikkelen. Overigens zal het allemaal nog best spannend worden, want om van de energietransitie een succes te maken heb je ruimte nodig. En dat is nou juist iets dat schaars is in Amsterdam. Zéker als je daar de afweging tussen wonen en werken nog naast legt.’

CO2-uitstoot te lijf

Bij Aramis, een verbond van Gasunie, Energie Beheer Nederland, Shell en TotalEnergies, gaat duurzaamheid haar dagelijkse routine worden. Manger zal zich daar als Head of Joint Team de komende jaren storten op afvang, transport en opslag van CO2. ‘We willen CO2 afvangen, naar lege gasvelden in de Noordzee transporteren en het daar opslaan. Vanwege de duurzaamheidsdoelen van 2030 streven we naar een afvang van meer dan 20 miljoen ton per jaar wat, tot 2030, 55 procent van de totaal terug te dringen uitstoot is. Daarvoor moeten we ook veel infrastructuur ontwikkelen, dus er is genoeg te doen.’

Telefoontje uit Amsterdam

Houdt ze nog contact met de Amsterdamse haven? ‘Zeker, ik verwacht de komende jaren nog wel telefoontjes vanuit Amsterdam en ben graag bereid mijn kennis te delen. Overigens is afvalverwerker AEB een klant bij Aramis, dus het lijntje met Amsterdam blijft sowieso.’