‘Techniek en transport zitten ons in het bloed’

Klaas Koopman (51), die met zijn broer Harm het bedrijf runt, moet een beroep doen op zijn voorstellingsvermogen als hem wordt gevraagd naar Siebe Koopman, hun overgrootvader die in 1923 nabij het Groningse dorp Briltil een metaalwerkplaats begint. Hoe moet de wereld er daar en toen uit hebben gezien?

Hoewel ze elkaar nooit hebben leren kennen, kan de huidige directeur zich wel identificeren met de ‘oprichter’ van wat nu Koopman Logistics Group B.V. heet. ‘Hij was een creatieve geest, een technicus. Vooral techniek en transport, dat ook in mijn bloed zit. En hij was een ondernemer, maar dan eentje van weinig woorden.’

Die ondernemingsgeest laat zich gelden als Siebe Koopman besluit om naast de smederij ook in transport te stappen. Die beslissing brengt Klaas op een mooi verhaal: de aanschaf van de eerste wagen, een viercilinder Chevrolet, gebouwd in 1924 en gekocht in 1930 voor zeshonderd gulden. Siebe reed er melkritten mee, waarvoor hij de melk ophaalde bij boeren en naar de Melkfabriek De Ommelanden in de stad Groningen bracht. De dagelijkse melkritten werden al snel uitgebreid met het vervoer van andere fourages, ruwvoer, boter en andere goederen. Klaas: ‘Hij deed er alles mee, zolang het maar op de laadbak ging. Zand maar ook personen. Het was een van de eerste auto’s die daar rondreed. Maar een auto was een technisch ding, dat vond hij interessant.’

De volgende mijlpaal dient zich aan in 1964. Het was toen Klaas Koopman senior de zoon van Siebe en de opa van Klaas, die in 1959 de leiding over Koopman in handen kreeg nadat Siebe het stokje overdroeg. Hij nam de beslissing om met een nieuwe activiteit te starten: autotransport. Daarvoor schafte opa Klaas na nachten wakker te hebben gelegen twee autotransporters met oplegger aan. Klaas herinnert eraan dat zoiets ongekend was. ‘Een auto heeft wielen, waarom zou je dat op transport zetten? Het waren twee Fiats, vrachtwagens waarop plaats voor acht auto’s. De aanschaf was niet zomaar een dingetje, dat was een enorme diepte-investering. Daar was een bedrag mee gemoeid waarvoor je meer dan een huis kocht. En dan ook niet één, maar meteen twee!’ Maar ook hier geldt: autotransport is een technische vak, en dat paste bij de Koopman-familie. Klaas licht toe dat autotransport in de jaren zestig echt geen gat een markt was, maar dat Klaas senior zag dat de populariteit van de auto toenam en vooral dat het hele transport ervan logischer kon. Of beter, slimmer.

Koopman telt in totaal 9 locaties in Nederland, Duitsland en België. De Koopman Logistics Group B.V. bevindt zich in Leek. Koopman Car Terminal is sinds 2003 gevestigd in Amsterdam-Westpoort.

Het is de oprichting van de transportpoot, gevolgd door een officieel transportbedrijf, die ook de jeugd van Klaas tekent. Want uiteindelijk belandt de vader van Klaas ook in het Koopman-familiebedrijf. ‘Ook ik kreeg vervolgens het transport met de paplepel ingegoten. Vakantie? Ik en mijn twee broers en twee zussen moesten meehelpen. Het was een mooie tijd maar ook een tijd van hard werken om de tegenslagen te overwinnen en weer sterker uit een crisis te komen.’

Klaas legt uit dat de onderneming – want daarvan was inmiddels wel sprake - van zijn overgrootvader altijd in het bezit is gebleven van de familie. Zelf behoort hij tot de vierde generatie die zich eraan verbond. Sinds drie jaar is Klaas ook mede-eigenaar van het bedrijf nadat hij aandelen overnam. Je kan Koopman Logistics Group B.V. dus met recht een familiebedrijf noemen, en dat gaan we volgens Klaas voorlopig ook zo houden. ‘Wat een familiebedrijf betekent?’, herhaalt Klaas de vraag. Hij legt uit dat hij hiervoor 25 jaar in een corporate-omgeving heeft gewerkt. ‘Om kort te zijn: een familiebedrijf opereert met een blik op de lange termijn en kijkt meer naar de mensen dan naar carrière en winst.’ Juist daarom vervullen alle ontwikkelingen Klaas met trots. ‘We zijn in Noordwest-Europa één van de groter autotransportbedrijven en in Nederland het grootst.’

Noemde Klaas al twee mijlpalen in de bedrijfsgeschiedenis– de viercilinder Chevrolet en de twee Fiat-trucks – hij wil ook stilstaan bij 2003, het jaar waarin Koopman het Amsterdamse perceel van importeur Nissan Distribution Service Europe overneemt, en daarmee diens compoundactiviteiten. De wens om te voldoen aan de groeiende behoefte aan professionele afhandeling van personenauto's van importeurs van automerken, leasebedrijven en autodealers betekent de komst van Koopman in de Amsterdamse haven en daarmee de oprichting van Koopman Car Terminal. Klaas: ‘We vervoerden in dagen al heel veel voor Nissan, maar toen is de hele running business overgenomen, inclusief het zeehaven-gebeuren. Dus het lossen van schepen, het opslaan van auto’s, het uitvoeren, eventueel werkzaamheden aan auto’s, predelivery inspection voordat nieuwe auto op transport kunnen, lees schoonmaken, controleren eventuele schadereparatie. Niet alleen drukkere maar ook meer activiteiten.’

Het ging Koopman niet altijd voor de wind. Vooral de afgelopen jaren zijn behoorlijk zorgelijk geweest. Maar Klaas weet als geen ander dat er niets dynamisch is als de autologistiek. ‘Dat is er een van hoge pieken, diepe dalen.’ Om dat in perspectief te plaatsen, trekt Klaas de vergelijking met de general cargo. ‘Als je het daar over pieken en dalen hebt, dan heb je het over -3 of +3. In de autotransportsector hebben we te maken met -40 en +40. Ja, het is een ontzettend grillige business.’ Kijkt Klaas naar de toekomst, dan ziet hij die met heel veel vertrouwen tegemoet. ‘Toen we in het diepe dal zaten, zijn we enorm gesteund door Havenbedrijf Amsterdam en zitten we weer op een heel hoge berg. De les die ik uit die tijd trek: bewustwording. Het heeft ons maar ook onze klanten geleerd dat kortetermijndenken niet lang werkt. Als familiebedrijf zetten we liever in op de lange termijn, dat blijkt alleen uit dit verhaal.’ Overgrootvader Siebe zal zijn achterkleinzoon ongetwijfeld gelijk geven.