Astrid Kee, programmadirecteur Maritiem Masterplan

‘We moeten meer schepen bouwen’

Vorig jaar omstreeks deze tijd kreeg het Maritiem Masterplan 210 miljoen euro toegekend uit het Nationaal Groeifonds. Het is een kans voor de maritieme sector om het ongunstige markttij te keren, denkt Astrid Kee. Sinds oktober zet zij zich als programmadirecteur Maritiem Masterplan in voor een groeiende, vitale, duurzamere sector. “Met circa 40 emissieloze demonstratieschepen laten we internationaal zien waartoe we als sector in staat zijn en dat wij in Nederland een stap voor liggen in de verduurzaming van de scheepvaart.”

Het mes van het Maritiem Masterplan snijdt aan meerdere kanten. Kee: ‘Wij willen met het bouwen van circa 40 duurzame demonstratieschepen de maritieme sector economisch een flinke boost geven. Je moet bedenken dat de Europese maritieme sector twintig jaar geleden nog 40% van de wereldmarkt had, terwijl dat nu nog maar zo’n 4 procent is. Het terugveroveren van marktaandeel op vooral Azië is dus echt hoognodig. Landen als China, India, Vietnam en Korea hebben ons maritiem de afgelopen decennia rechts ingehaald. Met de definitieve toekenning van gelden uit het Nationaal Groeifonds deze maand, toont het kabinet vertrouwen in de maritieme sector. We kunnen nu onze ambitieuze plannen volledig uit te voeren.’

Vloot moderniseren

Een andere ambitie uit het Maritiem Masterplan behelst het borgen van veiligheid. “Militair en qua bescherming van infrastructuur op en boven onze zeebodem, zoals kabels en windmolens.” De vraag om veiligheid en verduurzaming werken als een hefboom want de vloot moet gemoderniseerd worden en als gevolg daarvan kan de sector een stap vooruitzetten, licht Kee toe. “Momenteel is onze mondiale vloot gemiddeld 23 jaar oud, wat betekent dat de komende tien jaar een behoorlijke vervanging plaats moet vinden. Dat is een kans om meteen een vergroeningsslag te maken en de sector goed door de energietransitie te leiden.”

Kennis delen

Ook innovatie speelt een cruciale rol om die moderne vloot te ontwikkelen en bouwen. Die schuilt naast de innovatieve groene aandrijflijnen onder meer in het beter delen van digitale data. Kee: “De lijnen binnen onze sector zijn kort en partijen weten elkaar vaak al goed te vinden. De winst valt nog te halen uit betere kennisdeling.’ Kee legt uit: ‘Het is niet zo dat iedereen straks zomaar in andermans data kan gaan graaien. Maritieme ondernemers en instanties zitten zelf aan de knoppen en bepalen dus welke data ze met wie in hun netwerk willen delen. Zo zetten we als sector straks een flinke stap voorwaarts door data optimaal digitaal beschikbaar te maken voor wie dat nodig heeft. En dat vormt meteen de basis om goed cyclisch te kunnen innoveren.’

'Er valt nog winst te halen uit betere kennisdeling'

Geen diesel maar methanol

Kee koppelt technische innovatie – de kern van het Maritieme Masterplan – aan de wijze waarop die gestalte moet krijgen. “Dat is tevens een belangrijke reden waarom het Maritiem Masterplan geld krijgt uit het Nationaal Groeifonds. Het technisch-inhoudelijke deel heeft betrekking op ontwikkeling van schepen met aandrijflijnen die niet langer op diesel draaien, maar op methanol, waterstof of LNG met afvang van CO2.”


Om schepen met dergelijke aandrijflijnen te ontwikkelen en bouwen wordt een vernieuwend proces van cyclische innovatie gevolgd, dat modernisering op twee niveaus aan elkaar koppelt. “Dan kom ik even terug bij digitale samenwerking; de bedoeling is dat we daarmee sneller technische oplossingen kunnen ontwikkelen, omdat je sneller en makkelijker data kunt delen. Hierdoor kun je sneller betere conclusies trekken die je in je volgende ontwerp meteen kunt meenemen. Die cyclische manier van werken, zal het innovatieproces aanzienlijk versnellen.”

Meer menskracht vereist

Die innovatie zal ingestoken worden als een modulair verbeterproces. Kee: “Je bouwt een schip voor 30 tot 50 jaar en de spullen aan boord verouderen. Vandaar dat een modulaire benadering, ondersteund vanuit digitale samenwerking, de snelste manier is om gericht en met betere kwaliteit te innoveren.” Ook voor human capital is in het Maritiem Masterplan aandacht. Deels omdat de afgelopen tien jaar 13% minder studenten een maritieme opleiding volgden. Zonder interventie wordt gevreesd voor een tekort op de maritieme arbeidsmarkt van zesduizend mensen in 2030. “We proberen daarom mensen te enthousiasmeren om voor een maritieme loopbaan te kiezen. Door ze mee te nemen in nieuwe technologieën, maar ook door te kijken hoe we mensen die nu al in de sector werken zo goed mogelijk met die technologieën bekend kunnen maken. Naast vergroting van de instroom van schoolverlaters, willen we de zij-instroom stimuleren. Al die mensen willen we breed binden aan de sector, zowel aan ontwerp- en maakindustrie als aan operationele beroepen aan boord.”

Optimistisch

Er zal nog wat water door het Noordzeekanaal vloeien voordat de circa 40 klimaatneutrale demonstratieschepen varen. Subsidieaanvragen worden op dit moment geschreven door reders, scheepsontwikkelaars en -bouwers. Kee is met reden optimistisch over de toekomst van de maritieme sector. “Met de demonstratieschepen laten we internationaal zien waartoe we als sector in staat zijn en dat we een stap voor liggen in de verduurzaming van schepen. Zo dragen we bij aan de energietransitie: de demonstratieschepen zijn straks ons visitekaartje”.

Impuls maritieme sector

Als toezichthouder op een goede uitrol van het Maritiem Masterplan, als koppelaar tussen maritieme partijen, als rapporteur over de resultaten aan het ministerie van I&W en door mee te denken over oplossingen, spelen Kee en haar collega’s een cruciale rol in het realiseren van alle ambities. “Uiteindelijk verwacht ik dat er orders vanuit de hele wereld zullen volgen en het verdienvermogen van de maritieme sector een impuls krijgt.”

xxx

Bron: Rijkswaterstaat