Trending
havenbedrijf:
overvol electriciteitsnet
visie schone
scheepvaart
waterstof IMPORTEREN
Port of Amsterdam introduceert de Visie Schone Scheepvaart. Het bedrijf wil als voorloper in de transitie naar een duurzame samenleving ook de scheepvaart samen met de maritieme sector versneld verduurzamen
> Lees verder
Port of Amsterdam kiest
uitdaging voor amsterdamse haven
voor schone scheepvaart
Port of Amsterdam introduceert de Visie Schone Scheepvaart. Het bedrijf wil als voorloper in de transitie naar een duurzame samenleving ook de scheepvaart samen met de maritieme sector versneld verduurzamen. In het document zijn duidelijke doelen vastgelegd voor de verduurzaming van de scheepvaart. Het havenbedrijf wordt daarin gesteund door het havenbedrijfsleven en de maritieme industrie.
De bijdrage van de uitstoot van broeikasgassen van de scheepvaart aan de opwarming van de aarde bedraagt zo’n drie procent. Het goederentransport over water groeit nog altijd en hoewel deze manier van vervoer één van de energie-efficiëntste is, omgerekend naar de CO2-uitstoot per vervoerde hoeveelheid lading, loopt de scheepvaart achter in verduurzaming. Reden voor Port of Amsterdam om via haar voorlopersrol in te zetten op een versnelling van duurzame scheepvaart.
Reductiedoelen
In de Visie Schone Scheepvaart stelt Port of Amsterdam reductiedoelen voor broeikasgassen zoals CO2. In 2030 moet de zeecruise aan de kade emissievrij zijn en in 2050 moet dat voor alle scheepvaart in de Amsterdamse haven het geval zijn. Hiermee levert het havenbedrijf een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de stad en de omgeving van het Noordzeekanaalgebied en aan de klimaatopgave van Parijs.
Milembe Mateyo, (Rijks)Havenmeester van Port of Amsterdam: ‘De klimaatcrisis is urgent, daarom moeten we nu in actie komen. Om de opwarming van de aarde te beperken is een omschakeling nodig van fossiele naar duurzame brandstoffen, ook in de scheepvaart. Met deze visie willen wij een voorbeeldfunctie vervullen. Samen met onze partners willen we koplopers zijn in het versnellen en faciliteren van schonere scheepvaart.’
Drie verduurzamingspijlers
De verduurzaming van de scheepvaart berust op drie pijlers:
Het aanbieden in de haven van duurzame scheepsbrandstoffen zoals waterstof en methanol en het stimuleren van het gebruik daarvan zorgt voor de grootste reductie in de uitstoot van zowel zee- als binnenvaartschepen. Port of Amsterdam zelf heeft al een aantal acties ondernomen. Zo wordt de eigen patrouillevloot omgebouwd zodat die 100 procent op biodiesel kan varen. Het nieuwe directievaartuig, dat in 2023 in de vaart komt, gaat varen op waterstof.
Een tweede pijler is de inzet van haventechnologie, zoals walstroom, en op termijn een verplichting van het gebruik daarvan. Ook wordt ingezet op alternatieve technologieën die de uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen reduceren of afvangen.
De derde pijler is het optimaliseren van scheepsbezoeken door het verbeteren van de digitale infrastructuur. Een efficiënte planning van schepen zorgt voor een korter verblijf in de haven en voor minder overbodige emissies. Met de ingebruikname van Zeesluis IJmuiden kan ook efficiënter worden geschut, door bijvoorbeeld meer schepen samen te schutten.
2050 scheepvaart emissievrij in de haven
Wethouder Egbert de Vries (Haven): ‘De Amsterdamse haven is een logistiek knooppunt en speelt een belangrijke rol in de Europese regio. Bij de uitvoering van deze rol doen we er alles aan om te zorgen dat de haven voorop loopt op het gebied van duurzaamheid, zowel in de industrie als scheepvaart. De Visie Schone Scheepvaart zorgt ervoor dat de haven elke dag weer wat slimmer, sneller en schoner werkt.’
Deze inzet en maatregelen moeten leiden tot een reductie van meer dan 20 procent van scheepvaartemissies in 2030 ten opzichte van 2018. In 2050 moet de scheepvaart in de Amsterdamse haven geheel emissievrij zijn.
Kees Noorman, directeur van ondernemingsvereniging ORAM: ‘Ook het Amsterdamse havenbedrijfsleven voelt de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de verduurzaming van de maritieme sector. Wij ondersteunen dan ook deze Visie Schone Scheepvaart met doelstellingen die de Amsterdamse haven met haar ondernemers een voortrekkersrol geeft in de transitie naar een duurzame haven.’
Verder lezen over de Visie Schone Scheepvaart?
> lees hier het rapport van Port of Amsterdam
jeroen de haas
neemt afscheid
van de haven
AMSTERDAM in aantocht
Oud-Eneco-topman Jeroen de Haas sloeg het laatste jaar met de voorzittershamer van de raad van commissarissen van Port of Amsterdam. Ways to Sea blik terug op in totaal negen jaar havenbedrijf aan de hand van vijf vragen
> Lees verder
Jeroen de haas neemt afscheid
JEROEN DE HAAS NEEMT
AFSCHEID VAN DE HAVEN
van de haven
‘Als we dat doen als ‘havenmensen’, dan blijft het goed gaan’
Oud-Eneco-topman Jeroen de Haas (1959) zegt in april na bijna tien jaar de raad van commissarissen (rvc) van Havenbedrijf Amsterdam (HbA) vaarwel. De geboren Tilburger was lid van het eerste uur en sloeg het laatste jaar met de voorzittershamer. Een terugblik in vijf vragen.
U nam na de verzelfstandiging van HbA in 2013 zitting in de eerste raad van commissarissen van Havenbedrijf Amsterdam. Voor welke uitdaging stonden u en uw collega-leden? toen?
‘Het is bij zo’n verzelfstandiging de opdracht van de rvc om vorm te geven aan de nieuwe verhoudingen van het HbA als zelfstandige onderneming en niet meer als een gemeentelijke havendienst. Dat luistert nauw. Verzelfstandiging betekent niet dat de haven met de rug naar de stad moet gaan staan. Juist niet. Toch is dat vaak wel de intuïtieve reflex. Zo van: nu zijn we zelfstandig, nu hebben we niks meer te maken met de stad. In mijn ervaring is het tegendeel het geval. Op allerlei manieren blijft de relatie met de stad van strategisch belang. Dat is een smal paadje waarop je dan wandelt. En ik vind dat we daar goed onze weg hebben gevonden. We hebben de strategie van HbA als zelfstandige NV ontwikkeld en het ingericht als onderneming die zijn eigen broek moet ophouden. En toch hebben we de band met de stad niet verloren, maar opnieuw gedefinieerd. Dat is primair het werk van de directie en alle medewerkers geweest, maar wij als rvc waren doordrongen van onze rol daarbij.’
Er gaan geluiden op meer aandeelhouders van HbA dan alleen de gemeente Amsterdam toe te laten. Bijvoorbeeld het Rijk. Wat is uw reactie daarop?
‘HbA is een NV en juridisch is het mogelijk andere aandeelhouders die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de groei en bloei toe te voegen. En de mogelijkheid is af en toe ook besproken. Ik sluit ook niet uit dat het in de toekomst aan de orde zal komen. Maar ik vind dat we dat alleen moeten opbrengen als er een strategische noodzaak is, als HbA in zijn strategische ontwikkeling daar baat bij heeft. En op dit moment is dat niet aan de orde. HbA ontwikkelt zich voorspoedig, het groeit, kan financieel en organisatorisch tegen een stootje - dat is tijdens de pandemie wel bewezen - en onze aandeelhouder geeft het bedrijf de ruimte om de steven te wenden naar een duurzame toekomst, inclusief een fors investeringsprogramma in infrastructuren om dat mogelijk te maken.’
Waar kijkt u in die nét geen tien jaar met de grootste trots op terug?
‘Op het kolenbesluit dat HbA enkele jaren geleden nam. Een havenbedrijf is er voor het havenbedrijfsleven, maar het moet in die rol ook de richting wijzen naar een duurzame toekomst. Dat past bij wat de samenleving van ons vraagt en is essentieel voor de toekomst als concurrerende vestigingsplaats voor die bedrijven - en daar horen besluiten als het kolenbesluit bij. Maar altijd met twee pijlers. De eerste is de helderheid die je geeft: ‘we gaan in 2030 van kolen af.’ De tweede pijler volgt direct: de helpende hand. Ofwel, bedrijven met raad en daad bijstaan en met faciliterende investeringen ondersteunen bij deze transitie en de transformatie van het bedrijf. Een havenbedrijf moet kleur bekennen over de ingeslagen richting maar altijd hand in hand met een dienstverlenende opstelling. Want zonder havenbedrijfsleven heeft HbA geen bestaansrecht. Dat is vandaag, morgen en zal altijd zo blijven.’
Wat is de belangrijkste les die u als commissaris (en het laatste jaar als voorzitter) hebt getrokken?
‘Je opereert als rvc van HbA binnen de kaders die de statuten aangeven, maar dat formele kader mag nooit de enige richtlijn zijn voor het handelen. Juist als we willen dat alle stakeholders – het bedrijfsleven, de aandeelhouder, de ondernemingsraad, andere maatschappelijke organisaties én burgers van stad en regio - HbA respecteren en waarderen in wat het doet, moet je jezelf openen. Je moet het gesprek aangaan, uitleggen en luisteren en het perspectief van anderen willen horen en integreren in je daden en strategie. En we moeten nooit vergeten dat we dat niet doen als organisaties maar als mensen. Niet organisaties praten met elkaar, nee, de mensen doen dat. En als we als ‘havenmensen’ dat blijven doen, en meer zullen doen, als groep professionele, integere, kwetsbare, onvolmaakte mensen met een missie om de mooiste, duurzaamste en veiligste haven van de wereld te maken, dan blijft het goed gaan. En ik ben blij dat ik negen jaar die reis heb mogen meemaken.’
Uw opvolger Jan Lagasse, oud-directeur van Zeeland Seaports, staat klaar. Welke boodschap wilt u in ‘zicht van de haven’ aan hem meegeven?
‘Mijn opvolger heeft mijn boodschap helemaal niet nodig. Hij wist en weet dit allang, lang voordat hij toetrad als voorzitter van de rvc.’
Weken op zee,
broederschap
en goed salaris
In het NRC verscheen op 18 januari verscheen een artikel over werken in de offshore. Een mooie publicatie over de sector over het leven van medewerker uit de offshore industrie die wekenlang op zee verblijft
> Lees verder
Weken op zee, broederschap
en goed salaris: zo is het om te werken
en goed salaris: zo is het
om te werken
in de offshore-industrie
18 januari 2022 verscheen in het NRC onderstaand artikel over werken in de offshore. Door AYOP is journaliste Jette Pellemans in contact gebracht met medewerkers van onze leden Oceanwide en Neptune Energy. Een mooie publicatie die de offshoresector en het werken in de offshore onder de aandacht brengt. Lees hieronder over het leven van medewerkers die wekenlang op zee verblijven.
Offshore-industrie. Soms maanden van huis, zeven dagen per week werken, bekaf bij terugkomst. Maar ook een goed salaris en broederlijke collega’s. Vier mannen vertellen hoe het is om te werken in de offshoresector.
Als zijn werkdag op zee erop zit, pakt Guido Hartmann (42) altijd zijn telefoon erbij om te facetimen met het thuisfront: zijn vrouw en vier kinderen. Op een avond, nu anderhalf jaar geleden, is het videobellen wat minder vrolijk. Zijn zoontje van negen maanden heeft hoge koorts. Hartmann ziet op zijn schermpje hoe zijn kind begint te stuiptrekken. Een aanval, maar van wat? Zijn vrouw erbij, 112 erbij. Zelf zit hij zo’n driehonderd kilometer verderop. Hij is bestuurder van onderwaterrobots bij windenergiebedrijf C-Ventus en is op dat moment aan het werk op zee, bij een windmolenpark in Noord-Duitsland.
„Ik had de bevoegdheid om beslissingen te nemen en zei meteen: we draaien de boot om en ik ga naar huis. Ik wist dat het zes uur varen was naar de Eemshaven en daarna nog twee uur met de taxi naar huis. Dat waren acht stressvolle uren, ja.”
Het liep gelukkig goed af. Na onderzoeken en een nachtje in het ziekenhuis mocht zijn zoontje naar huis. Drie dagen later zat Hartmann weer op zee.
"Van een kantoorbaan word ik doodongelukkig en ik weet niet of mijn huwelijk het aankan als ik iedere dag thuis zou zijn"
Guido Hartmann - bestuurt onderwaterrobots
Aan dit soort momenten denkt hij niet graag terug. Maar de nadelen van het ‘offshoreleven’ neemt hij toch graag voor lief. „Als iemand een baan weet die net zo avontuurlijk is, met net zoveel actie en vrijheid, maar dan om de hoek – dan zou ik dat best overwegen. Maar van een kantoorbaan word ik doodongelukkig en ik weet niet of mijn huwelijk het aankan als ik iedere dag thuis zou zijn. Mijn vrouw en ik zijn allebei nogal op onze vrijheid gesteld. Dus vooralsnog blijft deze baan voor ons de beste match.”
Benieuwd naar het hele artikel?
> Lees hier verder
Clipper Stad Amsterdam
open voor publiek
De Clipper Stad Amsterdam is mogelijk deze zomer toegankelijk voor publiek binnen de door het RIVM opgestelde richtlijnen rond het coronavirus. Op dit moment ondergaat het prachtige schip een zogeheten refit op de scheepswerf van Damen in Den Helder. Het grootscheepse onderhoud en de reparaties vorderen in hoog tempo. De komende tijd rondt men de werkzaamheden aan boord af, maakt het schip enkele proefvaarten en volgt een intensive training voor de crew.
De energievoorziening aan boord was één van de belangrijkste aandachtspunten tijdens de onderhoudsperiode. De twee oude generatoren zijn vervangen voor kleinere sets die beter toegesneden zijn op het verbruik. Aan boord is een nieuwe hoofdmotor geplaatst, voorzien van een uitlaatgas behandelingsinstallatie om het rendement en verbruik te optimaliseren en minder uitstoot te geven. Met de nieuwe vuilwater behandelingsinstallatie op het schip wordt voldaan aan de toekomstige International Maritime Organisation (IMO) eisen. De tuigage, de techniek in de machinekamer en de kombuis zijn ook onder handen genomen. Als laatste grote project is het hele schip opnieuw geschilderd.
Meer nieuws?
> www.amports.nl
Overslag haven daalt door corona
De overslag van de zeehavens in het Noordzeekanaalgebied - Amsterdam, IJmuiden, Beverwijk en Zaanstad - daalde in de eerste zes maanden van dit jaar met 10,7% naar 48,7 miljoen ton (2019: 54,6 miljoen). Apart noteert de Amsterdamse haven een overslagdaling van 12% in de eerste zes maanden van 2020. Hier ging het volume van 45,2 miljoen ton in de eerste helft van 2019 naar 39,8 miljoen ton dit jaar. Port of Amsterdam wijt de neergang geheel aan de uitbraak van het coronavirus.
Koen Overtoom (CEO Port of Amsterdam) is ondanks de teruggang van de afgelopen zes maanden niet pessimistisch gestemd. “Voor het eerst in jaren is er sprake van een daling van de overslag in onze haven en die is meteen significant. Onder moeilijke omstandigheden hebben wij in het eerste half jaar getoond hoe cruciaal de haven is voor de regio en voor het land. Als vitale infrastructuur hebben wij onverkort het scheepvaartverkeer afgewikkeld en ladingstromen verwerkt. Daarmee hebben wij bijgedragen aan het draaiende houden van de samenleving en de economie”.
Levensmiddelen en pakketten omhoog
Vooral de klanten van Port of Amsterdam die zich bezighouden met de distributie van levensmiddelen en pakketten hebben een erg druk halfjaar achter de rug. Overtoom: “En de markt voor transportbrandstoffen (benzine, kerosine, e.d.) trekt inmiddels aan. Hoe de tweede jaarhelft eruit ziet, is moeilijk te zeggen. Daarvoor is de brandstoffenmarkt te grillig en de impact van het coronavirus onzeker. Wel verwachten wij dat onder de huidige omstandigheden de volumedaling voor het hele jaar beperkt blijft tot het niveau van de eerste helft van dit jaar”.
Stijgers en dalers
De daling in Amsterdam is in het eerste half jaar werd veroorzaakt door zowel natte als droge bulk, als door containers. De overslag van natte bulk (voornamelijk transportbrandstoffen) daalde met 5,1 procent naar 24,7 miljoen ton, tegen 26 miljoen ton vorig jaar in dezelfde periode. Ondanks het afgenomen vlieg- en wegverkeer bleven de volumes van de transportbrandstoffen redelijk op peil. Dat heeft te maken met de fluctuerende markt voor deze ladingstromen, die voor aanhoudende beweging zorgt. Het volume droge bulk daalde met 21,2 procent, wat vooral het gevolg was van een aanzienlijke daling van steenkool naar 4,6 miljoen ton, tegen 8,2 miljoen ton vorig jaar (-43,6 procent). De onverwachte, niet-structurele groei van het steenkoolvolume vorig jaar heeft daarbij de daling dit jaar scherper gemaakt. Ook daalde de overslag van granen (-15,4 procent) en was er sprake van een daling in stukgoed (-18,2 procent).
Zee- en riviercruise
Verder vielen zee- en riviercruise weg als gevolg van de coronapandemie. Port of Amsterdam besloot samen met de Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland vanaf half maart de cruise uit haar haven te weren om het besmettingsrisico te minimaliseren. Sinds half juni is de haven voor cruise weer open en komt het aantal bezoeken van riviercruiseschepen langzaam en behoedzaam op gang. In de eerste jaarhelft was sprake van 21 bezoeken, waarvan 18 in januari en februari. Voor de tweede helft van het jaar verwacht de Amsterdamse haven meer riviercruiseschepen te ontvangen. Zeecruise daarentegen ziet de haven ook in de tweede helft van het jaar vooralsnog niet terugkeren.
Containers
De overslag in containers daalde met 31,6%. Deze ladingstroom steeg de afgelopen jaren gestaag onder meer door shortsea-lijndiensten waarop de Amsterdamse haven zich richt. De daling is dan ook op het conto te schrijven van corona, waardoor lijndiensten gedeeltelijk kwamen stil te liggen.
Wisselend beeld in de regio
In IJmuiden daalde de overslag gering met slechts 3,4% tot 8,76 miljoen ton. In Beverwijk daalde het overslagvolume met 44,3% tot 194 duizend ton en in Zaanstad was sprake van een stijging van de overslag met 15,3% tot 84 duizend ton.
Meer nieuws?
> www.amports.nl
Vollers bouwt warehouse
voor cacaobonen Cargill
Deze samenwerking biedt beide partijen grote voordelen heeft en geeft de cacao-industrie in de regio een extra impuls. De start van de bouw werd gemarkeerd door het symbolisch slaan van de eerste paal. Deze werd met achterneming van de anderhalve meter regel geslagen door Koen Overtoom (CEO Port of Amsterdam), Hans Krieger (wethouder Zaanstad), Christian Vollers (telg en eigenaar van het familiebedrijf Vollers) en Harold Poelma (CEO Cargill Cacao). Het viertal stak een spade in de grond om de bouw officieel in gang te zetten.
Bijzondere samenwerking
Zaanstad en Port of Amsterdam noemen de komst van Vollers en Cargill op HoogTij belangrijk. Het is een bijzondere samenwerking die voor beide partijen grote voordelen heeft en de cacao-industrie in de regio verder laat groeien en versterken. Ook passen de innovatieve faciliteiten van Vollers goed bij de ambities en visie van de gemeente Zaanstad en Port of Amsterdam. Zoals de volautomatische opslag die ten goede komt van de kwaliteit van de cacaobonen. Het nieuwe warehouse is gereed voor de start van het nieuwe cacaoseizoen in 2021.
Meer nieuws?
> www.amports.nl