De toekomst van olie en gas 

Havens van Amsterdam onzichtbaar fenomeen in onderzoek naar relatie met de stad

‘De hele keten zou ermee bezig moeten zijn’

De Perfecte Storm. Een Porsche voor de prijs van een Polo. Autistisch Duurzaam. Nee, het zijn niet de titels voor een nieuwe spelletjesshow. Het zijn wat gekruide kreten die tijdens de door AYOP georganiseerde discussie over de toekomst van olie en gas voorbij kwamen. 

AYOP

Amsterdam IJmuiden Offshore Ports (AYOP) voert onder leiding van directeur Sylvia Boer gesprekken met leden en niet-leden over de uiteenlopende onderwerpen die actueel zijn in de offshore sector. Zoals over de toekomst van olie en gas. Nu het einde van het fossiele brandstoftijdperk zich aandient, is dit een actueel thema. Hoe kijkt de industrie aan tegen een ontwikkeling die niet opzij gaat? Sylvia ging erover in gesprek met Wim Schouwenaar – CEO bij DHSS (logistieke dienstverlener in offshore energie en AYOP-lid), Jo Peters – Secretaris Generaal bij NOGEPA (Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie) en David Stibbe - Director Business Development & Marketing Intelligence bij Damen Shipyards Group (scheepsnieuwbouw, -reparatie en -onderhoud en AYOP-lid).

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de toekomst van olie en gas. Jullie eerste gedachte?


Jo Peters: “Die kan ik in één woord samenvatten: waardevol. Om te beginnen, het is natuurlijk het slimste om alle olie en gas die we nog hebben uit de grond te halen en niet meteen bij meneer Poetin aan te kloppen. Ten tweede, we beschikken over een enorme hoeveelheid kennis en een infrastructuur die we kunnen benutten voor de energiesystemen van straks – denk aan geothermie – en voor activiteiten als CCS. Het zou wel heel erg dom zijn als we alle pijpleidingen en platforms zouden afbreken om die later weer te moeten aanleggen.”


David Stibbe: “Toekomst? Zeker. Ik denk eerlijk gezegd dat de hele keten daarmee bezig zou moeten zijn. De rol die wij daarin innemen is vooral gericht op het creëren van sustainable maritime solutions. Voor de toekomst en voor de sector. Ons crewboat-portfolio is daar een goed voorbeeld van. Daarbij focussen we ons niet alleen op zaken als emissie, maar vooral ook op economische sustainability. Oftewel, op kostenreductie en efficiency. Dat zijn de dingen die nodig zijn om de pakweg 20 jaar die we nog hebben voor iedereen aantrekkelijk te houden.”


Wim Schouwenaar: “Ook wij zijn behoorlijk aan het voorsorteren op de toekomst. Onlangs hebben we met een offshore windpartij een hoisting-helicopter contract gesloten. De operationele zaken hebben we daarbij gedeeld met een olie en gasprovider. Dit om te zien waar synergie en betere utilisatie te behalen valt. Normaal gesproken is het zo dat je leeg terug vliegt nadat je een team op een offshore turbine hebt gedropt. In plaats daarvan gaan we nu shuttelen tussen platforms die bij elkaar in de buurt liggen. Daarmee voorzien we niet alleen voor beide partijen in een logistieke behoefte, maar kunnen wij ook een kostenbesparing voor ze realiseren die kan oplopen tot zo‘n 50%. Tel uit je winst.  Binnenkort hopen wij een pilot te kunnen draaien die beide industrieën nader tot elkaar brengt. DHSS zal daarbij dan de regisseur zijn.”

'Vroeger zeiden we: ga zover mogelijk van ons vandaan zitten. Nu is het: kom dichterbij’. 

Is de conclusie dat olie, gas en wind al met elkaar in gesprek zijn?


Jo Peters: “Jazeker, daar zijn wij vijf jaar geleden al mee begonnen. Eigenlijk vanuit het voortschrijdend inzicht dat meer synergie op de Noordzee wel erg wenselijk is. Daaruit is North Sea Energy is voortgekomen. Een initiatief waarin wij samen met de windsector en TNO nadenken over een integrale benadering en over samenwerking en uitwisseling van faciliteiten op het gebied van veiligheid, logistiek en kostenbesparing.”


David Stibbe: “Die absolute scheiding tussen wat destijds twee volstrekt verschillende werelden waren ligt inderdaad achter ons. Dat zien wij ook. Om maar eens een voorbeeld te noemen: de methodiek van een Service Operations Vessel die we voor de offshore windsector hadden ontworpen is – uiteraard met de nodige aanpassingen – zonder problemen geaccepteerd door olie en gas. Liepen ze helemaal mee weg.”


Jo Peters: “De samenwerking blijft gelukkig niet meer alleen in de top hangen, maar druppelt steeds meer door naar operationeel niveau. Waar je vroeger tegen die windjongens zei: ga zover mogelijk van ons vandaan zitten, zeggen we nu: kom dichterbij, we willen onze CO2-uitstoot beperken en daar hebben we jullie stroom voor nodig.”

Kunnen olie en gas de nieuwe energievormen ook op een andere manier verder brengen? Op het gebied van CCS bijvoorbeeld?


Jo Peters: “Ik denk dat daar niemand meer op tegen is. Oké, misschien nog een handjevol dogmatici, dat vindt dat we moeten wachten tot er een eindoplossing is. Maar waarom? Hoe langer we wachten, hoe meer CO2-uitstoot. Als tijdelijke oplossing dan? Nee, natuurlijk niet. Als er al een hele infrastructuur ligt om CO2 naar lege gasvelden te pompen, waarom zou je daar dan niet permanent gebruik van blijven maken – en dus negatieve emissies creëren – op het moment dat onze industrie volledig bio-based is? Ik bedoel, we hebben lege gasvelden en we hebben platforms. Het enige wat we nog niet hebben is elektriciteit. Maar dat is slechts een kwestie van het aansluiten van die platforms op windparken.”


Wim Schouwenaar: “Precies.”

'We moeten realistisch blijven en het verhaal duidelijk vertellen'.

Jo Peters: “Ik voorzie dat ieder nieuw platform straks wind-elektrisch wordt. Je krijgt geen vergunning meer als dat niet het geval is. En wat betreft de gebruikmaking van bestaande platforms, dat moeten we gewoon case by case bekijken.”


David Stibbe: “Inderdaad, we moeten realistisch zijn en het verhaal duidelijk overbrengen. Het gaat voortdurend over carbon footprint reduction. De ambities zijn wat dat betreft duidelijk, alleen niet alles is al technisch mogelijk. Natuurlijk, we doen wat we kunnen, denk aan digitale routeoptimalisatie en het gebruik van sustainable brandstoffen zoals Good Fuel, maar volledig elektrisch varen is echt nog niet haalbaar. Daar moeten we dus een balans in zien te vinden. Tussen ambitie en haalbaarheid. Maar jongens, laten we vooral met beide benen op de grond blijven staan.”


Jo Peters: “Om daar op in te haken. Er mensen zijn die – zoals ik het noem – met alle goede bedoelingen autistisch duurzaam zijn. Oftewel, we gaan van het gas af, dus laten we alles maar afbreken. Terwijl de energietransitie alleen maar vlot gerealiseerd kan worden als je er het hele systeem bij betrekt, het eindresultaat helder voor ogen hebt en de weg er naartoe slim definieert. Doe je dat niet, dan is de kans levensgroot dat het misgaat. En mocht het wel goed gaan, dan wordt het gigantisch duur.”

De druk vanuit de grote boze buitenwereld is dus erg groot. Terwijl de kennis van zaken tamelijk gering is. Hoe manage je al die verwachtingen?


Wim Schouwenaar: “Zoals David al zei, de moeilijkheid zit hem in het verhaal. Dat moet je goed vertellen. Noordzeegas is de komende jaren simpelweg nog heel hard nodig om succesvol over te kunnen stappen op nieuwe energievormen. Op dit moment zijn die nog geen van alle toereikend om de energiebehoefte van Nederland te dekken.’


Jo Peters: “Blij dat jij het zegt…“

'Ik wil ook wel een Porsche voor de prijs van een Polo, maar dat is niet realitisch'.

David Stibbe: “Zeker naar de politiek en milieuorganisaties is het belangrijk dat we een realistisch tijdpad communiceren. Je moest eens weten hoeveel tijd ik soms kwijt ben om uit te leggen wat wel en niet mogelijk is. En als er dan toch weer zo’n opmerking komt van ik wil 50% minder CO2-uitstoot voor dezelfde prijs, dan denk ik, ja luister: ik wil ook wel een Porsche voor de prijs van een Polo, maar kom op, dat is niet realistisch. Een integraal, samenhangend en werkelijkheidsgetrouw verhaal is voor iedereen betrokken bij dit onderwerp erg belangrijk.”

Dat raakt natuurlijk direct aan je business. Hoe zijn de huidige ontwikkelingen daarop trouwens van invloed? Ik bedoel, COVID, de presidentsverkiezingen, de lage olie- en gasprijs…


Wim Schouwenaar: “Ons geluk was dat een aantal van onze olie- en gasklanten zich ook toe ging leggen op wind. Daar gingen we eigenlijk vanzelf in mee. In sneltreinvaart mag ik wel zeggen. Zeker nadat we ons in Eemshaven hadden gevestigd. Na de eerste offshore windparken voor IJmuiden is dat nu echt de hot spot. Qua logistiek is de grotere uitrol van wind op zee daar begonnen. Vanuit Eemshaven werken wij nu voor een aantal grote partijen die ertoe doen, die in beide markten actief zijn en die bovendien gaan deelnemen aan de uitbreiding van nieuwe windparken in het westen. Wat weer belangrijk is voor IJmuiden en Den Helder. De down-turn in olie en gas hebben wij dus kunnen opheffen dankzij onze betrokkenheid bij wind. Als provider van helikopterdiensten en als scheepsagent. Maar ga er maar vanuit dat heel wat bedrijven die alleen van olie en gas afhankelijk zijn het zwaar hebben.”


Jo Peters: “Dat is een understatement. In de bijna 40 jaar dat ik in de business zit heb ik het nog nooit zo slecht gezien. We zitten in een ‘perfect storm’. We hebben niet alleen langdurig te maken met lage olie- en gasprijzen, maar ook met een investeringsklimaat dat ver achterblijft op de ons omringende landen. De investeringsaftrek die van 25% naar 40% zou gaan is nog steeds niet in de Kamer behandeld. Daardoor gaan we het afleggen tegen landen als Noorwegen en Engeland.”


Wim Schouwenaar: “Er is geen gelijk speelveld.”


Jo Peters: “Precies. Tel daar bij op dat er voor miljoenen aan investeringen op de plank blijft liggen omdat onze activiteiten in de Noordzee schadelijke effecten zouden hebben op een gebied ten zuiden van Maastricht. Ridicuul! Bovendien krijgen we straks ook nog de nationale CO2 belasting. Ik zal je de details besparen, maar het komt erop neer dat die ons – zonder dat wij daar als sector ook maar iets aan kunnen doen – meer gaat kosten dan de eventuele verhoging van de investeringsaftrek gaat opleveren. Om maar te zwijgen over de operationele problemen veroorzaakt door COVID. Ik kan niet anders concluderen dan dat we in een storm zitten die zijn weerga niet kent. We zijn als industrie aan het overleven. Het enige voordeel is dat het zo slecht gaat dat het alleen nog maar beter kan worden.”

'Laten we vooral ook de handen ineen slaan'.

David Stibbe: “Zal ik dan maar proberen een positieve draai aan het onderwerp te geven? In olie en gas op de Noordzee is het inderdaad een probleem. In onze globale marktfocus ligt dat wat anders. Of laat ik het zo zeggen, wat minder slecht. Neem die nieuwe crew boat waar ik het eerder over had, die ontwikkelen we niet voor de Nederlandse, maar voor een internationale markt. We vinden het overigens wel belangrijk dat we hem hier, in onze home ground, testen en presenteren. Maar los daarvan, het is een maritieme oplossing voor een internationale markt die veilig, efficiënt en goedkoper moet zijn. Dat doen we dus niet alleen, maar met partners die op technisch gebied een aanvullende en toegevoegde waarde leveren. Daarbij is het zaak dat je vanuit de hele keten denkt. Vanuit crew change. En dat begint al op het vliegveld.“

Met het oog op de toekomst: welke rol zien jullie voor AYOP weggelegd?


Wim Schouwenaar: “Nou, ik signaleer al enige tijd dat er verschuivingen aan het plaatsvinden zijn wat betreft de locaties waar de belangrijke activiteiten plaatsvinden. Den Helder, IJmuiden, ik denk dat het vooral zaak is dat AYOP in gesprek blijft met alle partijen die daarin een stem hebben zodat men zich daar kan vestigen waar het wenselijk dan wel noodzakelijk is.”


Jo Peters: “Nederland is een klein land met grote ambities. Enerzijds is het belangrijk dat iedere haven plannen heeft om een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Aan de andere kant moet men de ogen niet sluiten voor de synergie van het geheel. Ik bedoel, cost is key. Met andere woorden, laten we zorgen dat niet iedereen vecht voor het zijne, maar dat we ook de handen ineen slaan. Goede contacten binnen het AYOP-netwerk zijn daarbij van wezenlijke betekenis.”


David Stibbe: “De common goals zijn duidelijk. Het pad daar naartoe is alleen voor iedereen anders. We hebben allemaal onze eigen belangen. Het samenbrengen van al die zaken, het managen van verwachtingen, het communiceren van een realistisch tijdspad, die dingen. Dat lijkt mij bij uitstek een taak voor AYOP. Maak je borst maar nat Sylvia!”