THEMA NAUTISCH
Boek gidst lezer door 700 jaar loodshistorie
Gepeild Verleden
Met verhalen over grote ontwikkelingen en kleine geschiedenissen gidst Gepeild Verleden de lezer vaardig door zeven eeuwen loodshistorie.
Vrij van risico is het beroep van loods nooit geweest. Vraag het aan Jan Kock die in het najaar van 1781 opdracht kreeg het oorlogsschip Prins Willem naar open zee te voeren. Door ‘een onbeschrijvelijke zorgeloosheid en onverschoonlijke disattentie’ van de loods belandde het schip bij Texel op een zandbank. De krijgsraad nam de kwestie hoog op en veroordeelde Kock tot een zware geseling. Zijn baan als loods was hij kwijt.
Vijftig hoofdstukken
De geschiedenis van het Nederlandse loodswezen is het onderwerp van Gepeild Verleden. In vijftig hoofdstukken voeren historicus Anne Doedens en vice-admiraal buiten dienst Matthieu Borsboom de lezer mee door zeven eeuwen loodshistorie. Het fraai geïllustreerde boek maakt duidelijk dat de omstandigheden waarin de loodsen door de eeuwen hun werk deden ingrijpend veranderden, maar de essentie van dat werk dezelfde bleef: schepen veilig door de wateren voeren.
Straffen voor de loods
De schrijvers beginnen hun tijdreis in de twaalfde eeuw, wanneer in Frankrijk in de zogeheten Rôles d’Oléron de basis van het zeerecht wordt vastgelegd. In het document komen ook de taken en beloning van de loods aan de orde. Opvallend is de ruime aandacht voor de straffen voor de loods die zijn werk niet naar behoren deed. Het kwam nogal eens voor dat loodsen samenwerkten met kustbewoners en het schip opzettelijk lieten stranden om de lading buit te kunnen maken.
‘[Dat de Nederlandse wateren vol liggen met] sorghelycke clippen ende bancken, daer de schepen dickwils gheraken teghen te stooten ende in den grondt te sincken tot heur verderfenisse’
Handelsverbod
De Rôles d’Oleron kregen in heel Europa navolging. Delen van het manuscript werden overgenomen in de Amsterdamse Ordonnantie en het Zeerecht van Damme. De eerste uitgebreide loodsvoorschriften van Nederlandse makelij verschenen in 1484 en waren vooral bedoeld om de Vlaamse steden Brugge, Gent en Ieper te beschermen tegen de groeiende macht van Antwerpen. Loodsen werd verboden de handel via de Schelde naar de concurrentie te brengen.
Moeder alle zeeboeken
In die vroege eeuwen werd het loodswerk vooral gedaan door lokale vissers of anderen die vertrouwd waren met het water. Het duurde tot in de zestiende eeuw voor de loodsen de beschikking kregen over goede kaarten. In 1532 verscheen Kaert van der Zee waarin Jan Severszoon Cruepel van der Schellinc de Noordzeekust beschrijft, inclusief nuttige informatie over getijden, stromen en afstanden. Internationaal wordt het werk aangeprezen als de moeder van alle zeeboeken.
Groei loodswezen
In dezelfde periode nam ook de behoefte toe om enige ordening te brengen in de organisatie van het loodswezen. In het zuiden namen Den Briel, Delft, Rotterdam en Schiedam het heft in handen, in het noorden gebeurde dat door Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik. Er kwamen commissies die verantwoordelijk werden gemaakt voor de jaarlijkse inspecties van het loodswezen, de zorg voor de betonning en bebakening op het water, het uitdelen van boetes bij wanprestaties en de opleiding en examinering van de nieuwe loodsen. Daarmee was de basis gelegd voor de organisatie van het loodswezen dat zich in de eeuwen daarna steeds opnieuw aanpaste aan de nieuwe ontwikkelingen. Zeilschepen werden stoomschepen, stoomschepen werden motorschepen. Er kwam nieuwe technologie. Ook de omvang van de scheepvaart en het tonnage nam steeds verder toe. Tegen het einde van de achttiende eeuw werden nog geen duizend loodsreizen per jaar geturfd. In de tweede helft van de twintigste eeuw groeide dat aantal van ruim 70.000 naar 110.000.
Laatste loodjes
Anno 2014 is het loodswezen een geprivatiseerde organisatie, nog zo’n teken van de tijd. Jaarlijks brengen de 470 registerloodsen ruim 90.000 zeeschepen in veilige haven, soms met niet meer dan een halve meter water onder de kiel. De schrijvers citeren uit een krantenartikel over dat bijzondere werk: “Het afmeren van een groot schip in de haven is een kunst op zich. De laatste honderden meters naar de kade zijn vaak lastiger dan honderden mijlen op volle zee.
Waardevol werk
Het loodswerk gebeurt doorgaans buiten het zicht van het grote publiek. Ook dat maakt van Gepeild Verleden met zijn prachtige illustraties en mengeling van grote en kleine geschiedenissen een waardevol werk. Zeker voor de buitenstaander, maar ook de loodsen van deze tijd zullen in het boek waarschijnlijk veel nieuwe kennis kunnen opdoen over hun voorgangers door de eeuwen heen.
Gepeild Verleden. Anne Doedens en Matthieu Borsboom. Uitgeverij Waanders. 32,50 euro.