Havenman Michael van Toledo blikt terug en vooruit

‘Duurzame ambities enkel haalbaar in commercieel gezonde haven’

Op 1 mei gaat Michael van Toledo, General Manager bij TMA Logistics, het bedrijf verlaten. Niet om dat te verruilen voor een andere onderneming maar om van zijn welverdiende pensioen te gaan genieten. Zijn carrière omvat onder meer 44 jaar enthousiaste inzet voor de wereld van scheepvaart en transport in de werelden van Amsterdam en Rotterdam.

Er breekt geen paniek uit op zijn afdeling als Van Toledo wegwandelend en met lichte stemverheffing meldt dat hij er een uurtje ‘uit’ is voor het interview. Er blijft zelfs een weldadige rust heersen. Als dat indicatief is voor de verhoudingen, betekent dit dat hij het goed heeft gedaan en rustig met pensioen kan. Toledo moet lachen om die suggestie. ‘Ik ben inderdaad hard bezig mijzelf vreselijk misbaar te maken.’ Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan bij een veelzijdig bedrijf als TMA Logistics. ‘Ik kwam hier in 2014 nadat ik bijna vier jaar als Commercial Manager het Havenbedrijf had gediend. Nu had ik in mijn loopbaan langs verschillende werkgevers al met alle takken van logistiek te maken, maar bij TMA vond ik ze allemaal onder één dak.’

'Ik zeg ook weleens gekscherend: ik ben tweetalig. Dus spreek Amsterdams én Rotterdams'.

Ruwweg de helft van zijn werkervaring in scheepvaart en transport deed Van Toledo op in Rotterdam. ‘Ik kom oorspronkelijk ook uit die regio en ben vertrouwd met de cultuur. Dat helpt me in mijn contacten met de vele grote Rotterdamse klanten die wij bedienen. Ik zeg ook weleens gekscherend ‘ik ben tweetalig’ dus spreek Amsterdams én Rotterdams, en dat mag je letterlijk nemen. Als we een klant uit de Rijnmond op bezoek krijgen, dan doorbreek ik vaak bewust het vooropgezette idee dat men kan hebben van de Amsterdamse haven. Door met een licht Rotterdamse tongval te praten zit je meteen sneller op een gelijke golflengte. Een goed gesprek kan helpen om hun behoeften helder te krijgen. Ik weet ook goed hoe mijn klanten denken, dus kan daar vaak al op anticiperen.’

xxx

Hier is vrijwel alles mogelijk

Michael heeft zich bij TMA Logistics net name ingezet voor TMA Terminal in Amsterdam en hier is vrijwel alles is mogelijk. ‘Omdat de terminal leeg was toen we begonnen, hoefden we zelden of nooit “nee” te verkopen.’ Ladingstromen kunnen zeer gevarieerd zijn maar zijn herkenbaar als een viertal hoofdstromen. Qua containers richt men zich met name op short sea en intermodaal vervoer, breakbulk kenmerkt zich door staal, bouwmaterialen en agri-producten, zoals pootaardappelen en uien. Daarnaast gaat het om rollend materiaal en projecten, waaronder de overslag van grote windmolens. Naast de terminal in Amsterdam beschikt TMA over terminals in Velsen, Beverwijk en Harlingen.

Multifunctionele logistieke hub

In de duurzaamheidstransitie neemt het TMA bovendien een eigen logistieke positie in, en wel in de projectentak. Ook daarvan liggen op de terminal tastbare voorbeelden in de vorm van lange windmolenwieken. ‘Ik denk dat we inmiddels een kleine 200 windmolens via onze terminal hebben laten passeren, die naar het IJsselmeer en de Flevopolder zijn gegaan. De grote windmolenontwikkelaars hebben deze terminals inmiddels gevonden als meest logische logistieke hub om hun goederen aan en af te voeren. In die rol faciliteerden we overigens ook de bouw van de Zeesluis IJmuiden.’ Zijn bedrijf heeft daarmee, vindt van Toledo, ruimschoots bewezen ook met totaal andere dan containerlogistiek te kunnen omgaan.

Containerhaven

Op de vraag wat hem de meeste voldoening schonk in zijn TMA-tijd blijft het niet lang stil. Dat is zonder meer het tot leven wekken van deze terminal. ‘Ooit is deze terminal opgezet vanuit de havenambitie om een grote containerhaven naast Rotterdam te worden. Dat is helaas niet gelukt.’ De economische crisis en de groei van containerschepen van vijf- tot zevenduizend TEU’s naar circa 23.000 TEU’s zorgden daarbij voor de nodige tegenwind. ‘Zodoende bleven dergelijke grote schepen voor Rotterdam. Ik heb toen gezien dat het zeer lastig is om business te verplaatsen van de ene naar een andere haven. Logistieke patronen die al jaren bestaan, verleg je bijna niet van Rotterdam naar Amsterdam. Het is op zich al een uitdaging om kleinere schepen aan te trekken, laat staan dergelijke grote schepen met enorm veel verschillende klanten aan boord.’

West-Friese rode loper

Geen sinecure, maar tot Van Toledo’s voldoening wél gelukt. De eerste rederij die voor Amsterdam koos was Samskip. Hij schrijft dat succes niet zozeer op zijn eigen conto, hoewel hij er in commercieel opzicht veel aan heeft bijgedragen. ‘Ik ben vooral enorm trots op mijn collega’s, want ik kan natuurlijk veel beloven, maar als zij dat niet hadden waargemaakt, dan was dit nog altijd niet de containerterminal geworden die het nu is. Dat succes heeft volgens mij veel te maken met het geweldige arbeidsethos die hier een enigszins West-Friese achtergrond heeft. Dat heeft klanten ervan overtuigd dat wij praktiseren wat wij preken. Zeker Rotterdamse klanten zijn daar heel gevoelig voor. Het zorgde ervoor dat ze bereid waren over de schutting te kijken en hier nieuwe kansen te ontwikkelen.’ En zo werd een terminal zonder kranen er eentje met zeven stuks. ‘Dat is een compliment aan de directie van TMA-Logistics die miljoenen heeft geïnvesteerd en deze groei heeft gefaciliteerd.’

Ruimte voor shortsea diensten

Tot slot richt het gespreksvizier zich op de toekomst. Wat hoopt Van Toledo voor het bedrijf dat hij op de Dag van de Arbeid verlaat? ‘Een mooie basis is gelegd, maar nu moeten we kijken of de dingen die we doen misschien niet beter kunnen. Mijns inziens is er zeker nog ruimte voor meer shortsea diensten. Het aantal containers dat we afhandelen kan nog met de factor drie omhoog. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in TMA Logistics maar op verschillende diensten moeten we de rendementen verbeteren.’

Waarschuwing

Wat betreft de toekomst van de haven rest Van Toledo nog een waarschuwing. ‘Je ziet dat het nu erg gaat over verduurzaming, renewable energie en heel veel zaken die weinig met de oude haven te maken hebben. Ik zou daarom willen meegeven dat duurzame ambities fantastisch zijn, maar dat ze alleen haalbaar zijn in een commercieel gezonde haven. Een haven waar je nog steeds het geld kunt verdienen met het havenwerk dat je doet en waar we enorm goed in zijn.’