Haven wil spoor timeslots rond Amsterdam veilig stellen 

Knokken voor capaciteit

We leggen voor veel geld een nieuwe voordeur aan in de vorm van de nieuwe zeesluis in IJmuiden, maar het zeker stellen van de capaciteit via de achterdeur – het transport via het spoor naar het achterland – heeft ook onze aandacht nodig.” 

De oproep is van Rob Smit (Manager Spoor, Binnenvaart en Achterland bij Port of Amsterdam) en komt uit het recente webinar over Spoorgoederenvervoer in de Amsterdamse havenregio. “Spoor is belangrijk voor ons vestigingsklimaat. Maar ook voor de duurzaamheidsdoelstellingen die bedrijven, de haven en de stad Amsterdam hebben.” Tafelgenoot Kees Noorman (Directeur ORAM) maakt zich zorgen over de beschikbare capaciteit voor spoorgoederenvervoer in de regio Amsterdam. “Die is er niet en het is de vraag of die er wel zal komen.”

Ethanol

Rob Smit gaf als introductie een overzicht. “We willen in Nederland en Europa dat mensen zoveel mogelijk voor het openbaar vervoer kiezen. Dat is immers duurzamer dan de auto. Die wens geldt ook op het gebied van het transport van goederen. Ook daar hopen we lading van de weg naar het spoor en water te brengen. Daarnaast zorgt de energietransitie ervoor dat steeds meer alternatieve brandstof, zoals ethanol, over het spoor gaat. En dat kan in conflict komen met de risicoplafonds van het basisnet. Dit laatste geldt zeker als er ook nog woningen worden gebouwd naast spoortracés. En tot slot staat Amsterdam aan de vooravond van een ingrijpende verbouwing van het centraal station. Dat heeft de komende tien jaar consequenties voor de capaciteit die beschikbaar is voor spoorgoederenvervoer.”

Korte reportage van GPS Terminal en de Noord-Europese Wijnopslagbedrijf (N.E.W.). Beide bedrijven vervoeren lading over spoor. 

'De waarde van staal per rail ligt tussen de 1 en 3 miljoen euro'. In en uit gaat het over circa 9 treinen per dag'. 

Tata Steel

De vraag om aandacht en geuite zorgen van Port of Amsterdam en ORAM lijken daarmee terecht. Tijdens de digitale bijeenkomt lichtte Frans Rutten (Contract Manager Rail bij Tata Steel) het belang van spoorgoederenvervoer toe. “Spoorvervoer vindt Tata essentieel voor een betrouwbaar dagelijks duurzaam transport van grondstoffen, maar zeker ook voor het just in time leveren van onze eindproducten aan klanten overal in Europa. In- en uitgaand gaat het daarbij in totaal om acht tot negen treinen per dag. De waarde van het staal dat een goederentrein vervoert ligt daarbij tussen de 1 tot 3 miljoen euro.” 

Forse uitdagingen

Spoor wordt steeds belangrijker, door laag water neemt de betrouwbaarheid van de binnenvaart af en in het internationaal transport over de weg zien we een tekort aan chauffeurs. Tata Steel ziet momenteel drie forse uitdagingen voor spoor: ten eerste de capaciteit voor goederenvervoer op het baanvak Amsterdam – Bad Bentheim, daarnaast de grootschalige bouwactiviteiten op het station van Amsterdam en tot slot het steeds intensiever wordende reizigersvervoer tussen Alkmaar en Amsterdam. “En dan zijn er nog de omleidingen die het gevolg zijn van de aanleg van het zogenaamde derde spoor, daar waar de Betuweroute de Duitse grens passeert,” stelt Rob Smit. 

Korte reportage over TMA Logistics en Samskip over onder meer de railroute Amsterdam - Duisburg v.v.

Hoog frequentie rijden

Harro Homan (regiodirecteur Randstad Noord bij ProRail) ging tijdens het webinar in op de werkzaamheden. “We zien in Amsterdam een groei van 200.000 reizigers pre corona, naar 275.000 dagelijkse reizigers over tien jaar. Dat maken we als ProRail mogelijk, door hoogfrequente reizigerstreinen te faciliteren. Daarvoor is het nodig om Amsterdam CS ingrijpend te verbouwen en aanpassingen te plegen aan het spoor. Naast aanpassingen voor het faciliteren van meer reizigerstreinen wordt er ook geïnvesteerd in infra voor goederentreinen zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van het Aziëhavenemplacement en het verdubbelen van de sporen bij de transformatorweg in het Amsterdamse havengebied en het verlengen van de keersporen bij Uitgeest die voor Tata Steel relevant zijn.”

De vraag is hoeveel railcapaciteit er overblijft tijdens de verbouwing van Amsterdam CS 

Samen oplossen

Ook Rob Smit maakt zich zorgen. Hij vraagt zich af hoe je de winkel dagelijks draaiende houdt, terwijl je Amsterdam CS zo ingrijpend verbouwd?” Homan gaf aan dat daarvoor intensief en zeer regelmatig wordt overlegd met alle betrokken partijen. “We kijken heel concreet naar de verschillende knelpunten en proberen die samen op te lossen, zodanig dat we goederentreinen ook tijdens de spits kunnen blijven accommoderen.”

Te weinig prioriteit

De vraag van onder andere Noorman en Smit was hoeveel capaciteit er voor het goederenvervoer overblijft tijdens én na de verbouwing van Amsterdam CS met veel meer reizigerstreinen. Noorman: “Het transport van goederen over het spoor heeft bij de gemeenteraad, noch bij de landelijke politiek echt prioriteit, ook niet in de ruimtelijke invulling. Wel woorden maar geen daden en significant budget. Daar maak ik me echt zorgen over.”

Omslag in denken

“We moeten in Nederland inderdaad de omslag maken van het denken in risico’s naar het denken in termen van veiligheid”, beaamt Peter Hondebrink (Ministerie van I&W). “Dat komt in het huidige Basisnetbeleid onvoldoende tot zijn recht – nog los van het feit dat sommige plafonds bewust laag zijn gesteld om stromen te sturen.” Of, zoals Smit het omschrijft: “als je een dergelijk laag gesteld plafond overschrijdt, hoeft het niet minder veilig te worden. Geen enkele onderneming wil onveilig werken – er gelden al veel voorwaarden om überhaupt een wagon op het spoornet te laten rijden. Dat is in Europese regels al geborgd. Nederland stelt daar met Basisnet nog een aantal regels bovenop.”

Aandacht voor de problematiek

Kees Noorman hoopt vooral op meer aandacht voor de problematiek bij politici en beleidsmakers. “Nu mag het goederenvervoer over spoor de gaten in de planning opvullen. Dat wat het reizigersvervoer over laat gaat naar de goederen. Willen we een verduurzamingsslag maken dan is een betrouwbaar en flexibel transport van goederen over het spoor essentieel.”

Wie wat waar en waarom

Consortium OpenIJ

Het project Zeetoegang IJmond is een samenwerkingsverband van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam in samenwerking met Port of Amsterdam en de gemeente Velsen. Aannemersconsortium OpenIJ – een gelegenheidscombinatie van BAM, VolkerWessels, DIF en PPGM met onderaannemers Boskalis en Van Oord – bouwt de nieuwe zeesluis in opdracht van Rijkswaterstaat. Het project wordt mede gefinancierd vanuit het CEF-fonds (Connecting Europe Facility) van de Europese Unie. DIF is een onafhankelijk Nederlandse investeerder in infrastructuurprojecten die voor twee miljard aan fondsen beheert.