Drie dames en één heer in gesprek over een
Havens van Amsterdam onzichtbaar fenomeen in onderzoek naar relatie met de stad
Duurzame offshore sector: sprint of estafette?
Als er één onderwerp is dat voortdurend het nieuws haalt, dan is het wel het klimaat. Om de klimaatdoelen van 2030 te halen moet er nog een flinke eindsprint getrokken worden. Ook door de offshore industrie. Of is estafette meer op zijn plaats?
“Alleen krijgen we het niet voor elkaar. We moeten het samen doen.”
Lilian Velthuis
Adjunct directeur BK Ingenieurs
Daniëlle Strating-Geijteman Teamlead/senior consultant Rabobank
Sylvia Boer
Directeur AYOP - dé netwerkvereniging in offshore energie
Jan Egbertsen
Manager innovation Port of Amsterdam
In de offshore wordt volop samengewerkt. Aan de voorkant, maar ook achter de schermen. Denk aan decommissioning, opleiding en natuurlijk: verduurzaming. Hoe kijken we daar tegenaan? En niet alleen wij van de hardcore-offshore, maar ook de zijdelings betrokken industrieën, zoals het bankwezen en ingenieursbureaus. Wat zijn de doelen, de acties en wat, zo luidt de eerste vraag die AYOP directeur Sylvia Boer haar gesprekspartners stelt, zijn de persoonlijke en professionele visies op verduurzaming?
Jan: ‘Privé en professioneel zijn voor mij één en hetzelfde. Duurzaamheid gaat over het terugdringen van CO2, en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Maar ook over het creëren van een bio-based en circulaire industrie in de Amsterdamse haven. Daarnaast fiets ik veel, vlieg ik weinig, pakken onze medewerkers onder de 500 kilometer de trein en geven we graag het goede voorbeeld, zoals we gedaan hebben door waterstofauto’s in gebruik te nemen.’
Lilian: ‘Privé en professioneel zijn wat dit betreft ook voor mij geen gescheiden werelden. We moeten gewoon onze verantwoording nemen, dat zijn we verplicht, naar onze kinderen, naar de wereld. Binnen BK ingenieurs zijn we dan ook hard bezig om iedereen daarvan te overtuigen. Onze jongere medewerkers bereiken we hier wel mee, uiteindelijk hopen we dat zij anderen, die kosten doorgaans laten prevaleren, zullen triggeren om hun visie te herzien.’
Daniëlle: ‘Als je bedenkt dat we wereldwijd gezien 1,56 keer meer consumeren dan wat de aarde kan leveren, dan weet je dat het anders moet. Daar proberen wij een steentje aan bij te dragen, als individu maar ook professioneel, door klanten inzichten te bieden in waar ze staan, wat ze kunnen doen om duurzamer te ondernemen en te wonen. Hoe ze daarmee omgaan is voor ons belangrijk.’
In de offshore-keten zet men gelukkig alle zeilen bij om te verduurzamen. Niet alleen omdat het moet, maar ook omdat het kansen biedt. Hebben jullie in dat kader duurzaamheidsprojecten lopen?
Jan: ‘Jazeker. Wij zijn in het kader van het terugdringen van CO2 en het verbeteren van de luchtkwaliteit bezig met de ontwikkeling van waterstoftankstations en de productie van H2 in de havenregio. Dat doen we samen met de markt. Daarnaast maken we zoveel mogelijk ruimte vrij voor de bio-based en circulaire industrie. Overkoepelend kun je zeggen dat we ons niet op losse dingetjes focussen, maar vanuit de behoefte van de markt op integrale projecten die de hele keten beslaan.’
“Duurzaam ondernemen lijkt duurder dan traditioneel ondernemen, maar dat is maar hoe je bekijkt"
Herken je dat Daniëlle?
Daniëlle: ‘Die behoefte zie ik zeker, maar ook een weerstand. En die zit hem in de kosten. Duurzaam ondernemen lijkt veel duurder dan traditioneel ondernemen. Dat komt omdat we in lineaire business cases niet altijd alle kosten meenemen die wel verwerkt worden in circulaire business cases. Als je je daar bewust van bent zijn de verschillen echt niet zo groot. Neem de kosten voor het opruimen van CO2. Die worden in onze huidige businessmodellen niet altijd meegenomen door de partijen die het daadwerkelijk uitstoten. Zouden ze dat wel doen, dan ziet hun kostprijs er anders uit en is het gat tussen niet-duurzaam en duurzaam ondernemen echt niet zo groot. Waar het dus feitelijk op neer komt is dat we altijd een goede afweging moeten maken tussen wat de werkelijke kosten zijn en wat het oplevert. Op de korte én de lange termijn.’
Lilian: ‘Ja, die kosten, dat is een remmende factor. BK ingenieurs heeft een werkgroep in het leven geroepen waarin we met veelal jongere medewerkers, die ons geweldig aanvullen, nadenken over wat duurzaamheid voor ons betekent en welke vertaalslagen we van daaruit naar de klant kunnen en moeten maken. Denk daarbij onder meer aan het opnemen van circulariteit als vanzelfsprekendheid in onze dienstverlening. We nemen dit allemaal uitermate serieus. Vandaar ook dat we die gepassioneerde jongeren er actief bij betrekken. We willen hier niet vanuit bezwaren, maar vanuit mogelijkheden en kansen doelgericht en effectief over brainstormen. Er moet verandering komen. En snel ook.’
Er liggen zo te horen nog knap wat uitdagingen op jullie pad. Wat is er voor nodig om de drempels die er toch zijn te slechten?
Jan: ‘Partijen met elkaar in contact brengen en het stimuleren van co-creatie zien wij als onze hoofdtaken. We profileren ons daarbij niet als exploitant, maar op basis van onze nautische kennis, onze ingangen in de financiële wereld en knowhow van de omgevingsregels als vliegwiel. Op die manier kunnen we in nauwe samenwerking met de markt concrete projecten ontwikkelen. Bijvoorbeeld in de waterstofeconomie. Daarvoor willen we samen met partijen die actief zijn op het gebied van productie en infrastructuur het netwerk verder ontwikkelen. Let wel, we pushen de markt niet, we proberen hem wel te prikkelen. En oh ja, voor ik het vergeet, werkgelegenheid. Duurzame arbeid vraagt iets anders van mensen dan traditionele arbeid. Neem een autonoom varend schip, probeer dat maar eens te bedienen zonder gedegen opleiding. Scholing is in dit kader een uitdaging waar geen enkel bedrijf aan voorbij kan gaan.’
Daniëlle: ‘De uitdaging voor ons als geldverstrekker is vooral hoe we om moeten gaan met het circulaire model. Bij de lineaire economie ligt de focus op historische cijfers, de financiering van assets en de rentabiliteit terwijl je bij de financiering van een circulaire business case meer naar toekomstige kasstromen, de financiering van een service (platform) en de sociale en ecologische impact kijkt. De risico’s van lineair versus circulair zijn ook wezenlijk anders. Met onze Health Check op duurzaamheid toetsen wij op een aantal meetpunten waar het bedrijf staat en op welke punten zij concreet actie kunnen nemen op de korte én lange termijn. Soms betreffen het relatief makkelijke ingrepen, zoals het elektrificeren van het wagenpark, soms zijn ze een stuk ingrijpender en moet er eerst innovatie plaatsvinden voordat men überhaupt stappen kan maken.’
Het is dus zaak om het samen te doen, met de hele keten.
Jan: ‘In de offshore is er feitelijk sprake van twee ketens. Zoomen we in op transport dan zien we dat trucks 40% van de tijd leeg rijden. En wat betreft de bevoorrading van platforms, natuurlijk kun je als iets groots hebt gebracht niet met iets groots terug varen, maar er vallen wel optimaliseringsslagen te maken, zoals het delen van schepen. Maar je moet met het oog op circulariteit naar de hele supply chain kijken. Denk in dat verband bijvoorbeeld aan de decommissioning van platforms en windmolenparken. Een actuele uitdaging daarbinnen is de recycling van windmolenwieken. Daarin zitten vezels en kunststof verwerkt die niet verbrand mogen worden. Wat ook zonde zou zijn. Om dat spul te recyclen moet je dus de samenwerking zoeken met partijen met wie je dat op kunt pakken. Daarbij kijk je onder meer naar de beschikbare technieken, naar mogelijke locaties in de haven, naar je on- en offshore-partners, naar een partij die er een fabriek voor wil neerzetten en een partij die de exploitatie voor zijn rekening wil nemen. Alle schakels moeten in elkaar vallen. Het laat zich raden dat daar knap wat onderzoek bij komt kijken en er een stevig beroep op je kwaliteiten als matchmaker en co-creator wordt gedaan.’
Lilian: ‘Essentieel is dat we bij de mensen die direct belang bij verduurzaming hebben de knelpunten wegnemen. En dan niet alleen individueel, maar ook in een bredere, overkoepelende context. Neem bijvoorbeeld de sloop, een sector waarin we veel beweging zien op dit gebied, en denk daarbij aan zaken als opslag, aanvoer en afvoer van materialen. Op die onderdelen is grote duurzaamheidswinst te behalen. Daarnaast neemt BK ingenieurs deel in een initiatief van AYOP DecomMissionBlue om samen met een aantal bedrijven die actief zijn in het Noordzeekanaalgebied duurzaam en circulair maritieme en offshore installaties te ontmantelen, bijvoorbeeld schepen en gas- en olie-installaties. BK ingenieurs voert hierin de asbest- materiaalinventarisaties en onderzoek naar chroom6 uit.
We moeten elkaar dus actief opzoeken, dat gebeurt ook, en barrières wegnemen. En ja, ook investeren. We moeten ophouden met uitsluitend denken in termen van duur en goedkoop, maar het gesprek aangaan, luisteren en handelen vanuit het gegeven dat duurzaam ondernemen nou eenmaal geld kost. Van daaruit moeten we verder, met gepassioneerde mensen, die in mogelijkheden denken. De tijd van alleen praten is voorbij. Wat dat betreft is het zuur om te weten dat er 20 jaar geleden al over een energietransitie werd gesproken, maar dat daar vervolgens niks mee is gebeurd: geen prioriteit. En nu, nu het mes ons op de keel staat en het echt moet, lijkt het alsof nog steeds niet iedereen ervan doordrongen is. We moeten het samen doen. Verduurzaming is geen keuze. Verduurzaming is een must.’
“Je kunt je geld maar één keer uitgeven. Doe dat dus zo goed mogelijk"
Daniëlle: ‘Wij springen regelmatig bij in dit soort processen. Daarbij brengen we meerdere partijen bij elkaar en gaan met ze aan de slag om te onderzoeken waar hun circulaire kansen liggen met betrekking tot het verlagen van de milieudruk, met behoud van waarde en de beschikbaarheid van grondstoffen. De focus ligt daarbij op aspecten als inkoop, productie en productielocaties, logistiek, nieuwe business- en verdienmodellen en circulair design. Houd je in de ontwerpfase rekening met alle stadia van de levenscyclus, dan gaat een product veel langer mee. Wat bijvoorbeeld de essentie is van modulair ontwerpen en design for disassembly, dat draait om het makkelijk en kosteneffectief vervangen en hergebruiken van slijtagegevoelige onderdelen.
Ook de materiaalkeuze is belangrijk: zijn er schaarse grondstoffen zoals kobalt en magnesium nodig of kan het zonder? Of denk in het kader van minder materiaal- en energieverbruik aan lichtgewicht construeren, bijvoorbeeld met een 3D printer. En wat betreft nieuwe businessmodellen toenemende fluctuaties in de grondstofprijzen en druk op de footprint van bedrijven maakt dat het aanbieden van ‘product as a service’ een aantrekkelijke optie is. De producent blijft eigenaar van zijn product en hij kan het meerdere keren inzetten. Deze levensduurverlenging is economisch interessant, bovendien laat de onderneming zo een minder diepe footprint achter. En ook in het kader van verdienmodellen zijn er allerlei vormen te bedenken waarmee winst in duurzaamheid geboekt kan worden, zoals pay-per-use, verhuur, koop-terugkoop en lease. Elk bedrijf gaat na dergelijke trajecten naar huis met een concreet op dat bedrijf afgestemde kansenkaart en concrete afspraken met ketenpartners om samen te werken.’
Jan Egbertsen: "Over tien jaar maken we meer gebruik van duurzame brandstoffen."
Stel je voor, we zijn tien jaar verder. Hoe staat de sector in het kader van verduurzaming er dan voor?
Jan: ‘Ik denk dat we over tien jaar meer gebruik maken van duurzame brandstoffen. Ik hoop dat de circulaire economie dan van de grond is gekomen. En ik verwacht dat smart shipping tegen die tijd doodnormaal is. Moet de wetgeving die vaak mijlenver op de ontwikkelingen achterloopt natuurlijk wel een beetje meewerken.’
Daniëlle: ‘Idealiter zijn we over tien jaar flink opgeschoten richting planet proof. De ontwikkelingen gaan ontegenzeggelijk snel, maar tegelijkertijd denk ik dat verduurzaming een on going proces is. Over tien jaar zijn er weer nieuwe uitdagingen. Zaak dus dat verduurzaming integraal opgenomen wordt in de bedrijfsvoering van organisaties.’
Lilian: ‘Wat betreft de offshore laat ik die voorspelling liever aan de sector zelf over. In bredere zin verwacht en hoop ik, dat we de stromen die nu langs lagelonenlanden lopen om hebben kunnen buigen, meer in eigen beheer doen en grotere invloed kunnen uitoefenen op zaken als transport en CO2-uitstoot.’
'AYOP is de matchmaker die partijen bijeen brengt'
Wat is de rol die AYOP in dit verband zou moeten pakken?
Jan: ‘Als matchmaker brengen jullie natuurlijk partijen bij elkaar. Dat is belangrijk, ook om te peilen of er een ‘coalition of the willing’ is. Vaak zijn partijen namelijk te klein om individueel iets op te pakken, maar is er gezamenlijk wel animo voor. Daarin hebben jullie samen met Port of Amsterdam je waarde al laten blijken. Onze uitdagingen zijn immers niet zo heel veel anders dan de uitdagingen die jullie in de sector zien. Wat mij betreft is het niet ondenkbaar dat onze samenwerking ooit uitmondt in een nieuw project, bijvoorbeeld rondom die circulaire windmolens.’
Lilian: ‘Inderdaad, een rol als centrale spil, als kennispartij die alle belangen goed kan inschatten en van daaruit bedrijven en denkbeelden bij elkaar kan brengen, lijkt me jullie op het lijf geschreven.’
Daniëlle: ‘Jullie signaleren heel snel waar de uitdagingen in de sector met betrekking tot verduurzaming liggen. Wellicht is het een idee om het initiatief nog meer naar je toe te trekken en al in een vroeg stadium de koe bij de horens te vatten en proactief bedrijven met elkaar te verbinden. Voor zover jullie dat al niet doen natuurlijk… ‘
AYOP
Een actieve vereniging met 110 leden: bedrijven, regionale overheden en kennis- en onderwijsinstellingen die actief zijn in de offshore-olie-, gas- en windenergiesector in het Noordzeekanaalgebied. De leden hebben een sterke focus op offshore-windonderhoud (inclusief kabellogistiek), boorprojecten (gasexploratie), het verrichten van aanpassingen en het onderhoud van werkschepen en platforms en het demonteren van offshore-constructies en schepen. Ergo, de gehele keten in de offshore-industrie is vertegenwoordigd.