Interview Bert Schalij
'Cacaobonen zijn net wijndruiven'
Wie na 45 jaar nog dagelijks met plezier naar zijn werk in de haven rijdt, heeft daar een sterke band mee. In het geval van Bert Schalij werd en wordt dat werkplezier bovendien in belangrijke mate gekleurd door de mensen met wie hij werkt.
Momenteel gaat een deel van zijn aandacht naar de formatie van een team dat, tegen de tijd dat hij afscheid neemt, nog jaren de op- en overslag van cacaobonen en andere producten op hoogwaardige wijze kan voortzetten. ‘Dat team moet zó goed zijn dat ik rustig slaap.’
Een bezoek aan Commodity Centre Netherlands (CCN) is een genot voor wie van de reuring van de Amsterdamse haven houdt. Met een kop koffie is het uitstekend toeven in de door glas omgeven spreekruimte. Een plekje op de eerste rij voor de grote bulkschepen die over het kaarsrechte Noordzeekanaal voorbij varen. Schalij houdt al zijn hele leven van de haven. ‘Als schoolgaande jongen vergezelde ik mijn vader wanneer die op zaterdag op zijn werk langsging. Wat mij zo trok in de haven? Dat wist ik toen nog niet onder woorden te brengen. Inmiddels kan ik zeggen dat geen dag hier hetzelfde is en die levendigheid fascineert me. Dat kan ik ook zeggen over het belangrijkste product waarvan CCN de op- en overslag verzorgt. Cacaobonen zijn namelijk veelzijdiger dan veel mensen denken. Er worden inderdaad chocoladerepen en chocolademelk van gemaakt, maar wordt bijvoorbeeld ook in verzorgingsproducten verwerkt, zoals lippenbalsem. Daarnaast liggen hier overigens ook andere voedingsstoffen, zoals koffiebonen en gedroogd fruit in opslag. Never a dull moment dus.’
Snel aan de slag
Toen Schalij zijn havo-diploma binnen had, besloot hij direct te gaan werken en had daarvoor zijn blik op de haven gericht. Een zakenrelatie van zijn vader wilde wel wat met die werklust doen, en voor hij het wist werkte Bert Schalij bij Cornelder’s Controle en Veembedrijf. Het zou een loopbaan langs grote dienstverleners en vele operationele en leidinggevende processen van de havenlogistiek worden. Vanaf 2004 voerde hij de directie bij een collega Veembedrijf totdat hij in 2016 een telefoontje uit Engeland kreeg. Of hij een CC-vestiging wilde opzetten. Onder andere mede door constructieve ondersteuning door Port of Amsterdam zou hij aan de Ruijgoordweg 140 zijn start maken. Na eerst enkele jaren her en der in het havengebied loodsen te hebben gehuurd kon hij op deze locatie een eerste hypermoderne terminal laten verrijzen, snel gevolgd door een tweede.
Ventilatie
De innovatieve mogelijkheden die Commodity Centre inzet om opgeslagen cacao- maar ook koffiebonen, kwalitatief in topvorm te houden, liegen er niet om. ‘Goed ventileren en een juiste en constante temperatuur zijn belangrijke elementen van opslag. Vooral cacaobonen zijn zeer hygroscopisch, wat inhoudt dat ze makkelijk vocht kunnen afgeven. Door de ventilatie optimaal te regelen, voorkomen ze dat de cacaobonen te vochtig blijven en daardoor geen of weinig kwaliteitsverlies ontstaat.’
Handig dashboard
Daarnaast gebruikt Commodity Centre geavanceerde ICT-toepassingen om de liggende voorraden continu te monitoren. ‘Wij kunnen op onze terminals wel 110 verschillende kwaliteiten opslaan. Daarvoor hebben we 110 verschillende opslagvakken van 600 m2 in onze terminals. Elke partij die we voor klanten opslaan is in ons ICT-systeem ingevoerd. Door een handig dashboard kan ik zelfs op mijn mobiele telefoon per moment zien wat waar ligt. Ook onze klanten kunnen van deze continu actuele informatie gebruikmaken. Door de schaalvergroting in deze business is traceability van partijen heel belangrijk geworden. Dat houden wij zo allemaal in de gaten.’
Energienegatief
Zijn vak is de afgelopen halve eeuw überhaupt flink veranderd, vervolgt Schalij. ‘Vroeger deden we een snijtest met bonen, aan de hand waarvan de kwaliteit van de partij werd vastgesteld. Veel beoordeelden we ook op het oog. Maar tegenwoordig wordt er op veel meer zaken gelet en heeft de controle van binnenkomende partijen zich naar een laboratoriumachtige setting verplaatst. Daar kijken de laboratoria van de klanten naar veel meer specifieke aspecten.’ Door de hoge mate van automatisering slaagt Schalij erin de menselijke foutfactor zo laag mogelijk te houden. Zeker gezien de individuele karakteristieken van elke partij cacaobonen is dat belangrijke winst. ‘Je kunt cacaobonen wel een beetje vergelijken met wijndruiven. De kwaliteit en kenmerken van een partij hangen onder meer af van de plaats van oorsprong en het moment van oogsten. Je hebt feitelijk dus allerlei soorten kwaliteiten cacaobonen, en niet slechts één.’
‘Mij wordt weleens gevraagd waarom ik het al zo lang uithoud in de haven; dat heeft veel te maken met de fijne mensen om mij heen'
Bedrijfsvoering anno 2022 vergt tevens dat je als ondernemer je processen verduurzaamt. Die lat schuift bovendien steeds verder omhoog. Zorgen hoeft Schalij zich daarover niet te maken. Als hij zijn vergroenende maatregelen optelt is hij, zoals hij dat noemt, zelfs energienegatief. ‘Onze beide terminals en kantoorruimten draaien op warmtepompen, we zijn dus gasloos. De vloerverwarming zorgt voor basis warmte en verkoeling in alle ruimtes. De laatste graden regelen we in de units al naar gelang de behoefte. Daarnaast hebben we een windenergiecontract afgesloten en zijn alle elektra die we gebruiken groen. Verder kochten we compensatie in voor de dieselolie die we nog gebruiken en leggen we de komende tijd zonnepanelen op onze daken.’
Duurzaam en future proof
Een maatregel die, gezien de in totaal 66.000 m2 oppervlakte van de terminals, zeker zoden aan de dijk zal zetten. En dat is dan de oppervlakte aan de Ruijgoordweg, daarnaast huurt Schalij elders in de haven nog eens 30.000 m2. Ofwel; zijn vastgoed en bedrijfsvoering mogen duurzaam en future proof genoemd worden. Dat laatste hangt in zijn visie ten nauwste samen met goede medewerkers. ‘Mij wordt weleens gevraagd waarom ik het al zo lang uithoud in de haven. Dat heeft veel te maken met de fijne mensen die ik in vorige werkkringen om mij heen mocht hebben, en die ik hier bij CCA om mij heen verzameld heb. Ook met het oog op continuïteit in de toekomst is een goed team noodzaak. Het is gelukt om een relatief jong, toekomstbestendig team te formeren.
Ondanks dat ik veel heb geïnvesteerd in een systeem dat is toegespitst op het vrijwel foutloos werken met bulk, zijn goede mensen cruciaal om dat ook optimaal te laten functioneren. Het team waarmee ik werk en dat ik verder aan het vormen ben, moet zó goed zijn dat ik rustig slaap als ik met pensioen ben. Maar dat duurt nog wel even, tot die tijd wil ik kansen blijven pakken in de op- en overslag. En als het even kan nog verder groeien met CCN.’